Alle drie zijn ze consulent bij de FNV voor de sector Agrarisch Groen in de Glastuinbouw. Pritha Belle werkte al bij de FNV bij de Voor16 campagne. Florina Fijn en Maciej Karwowski waren beiden voorheen werkzaam in de uitzendsector. We gaan met hen in gesprek over de vraag hoe het met flexwerk zit in de Glastuinbouw.
Florina merkte hoe oneerlijk het speelveld was tussen werknemer en werkgever en hoe ze omgingen met wetgeving – “Die werd eigenlijk altijd aan de laars gelapt”, zegt ze.
Voordat Maciej bij de FNV aan de slag ging was hij verantwoordelijk voor zo’n 150 uitzendmedewerkers bij een aantal distributiecentra van een supermarktketen. In totaal heeft hij zo’n 10 jaar in de uitzendwereld gewerkt, wat hem niet in de koude kleren is gaan zitten. “Op een gegeven moment was ik er klaar mee om dagelijks over tarieven en prijzen van mensen te moeten praten. Als je 150 mensen dagelijks en structureel hebt rondlopen moet je ze in dienst nemen”, zegt hij.
Pritha: “Wat ik heel interessant vind aan deze sector is dat ik vanuit de Voor16-campagne, heel lang met het minimumloon bezig ben geweest en hier kom je in een minimumloon sector terecht. De cao start ook bij het minimumloon.
Florina geeft aan dat met het werk dat ze nu doet, ze echt iets kan betekenen voor de doelgroep, en dan vooral voor de arbeidsmigranten die werkzaam zijn in de kassen. De mensen die dag in dag uit tomaten en paprika’s oogsten, bloemen plukken en plantjes verpotten. Belangrijk vindt ze het om misstanden naar buiten toe te brengen, want 70% van de mensen die er werken, werken er als flexwerkers en dan voornamelijk als uitzendkracht. “Het is één van onze de taken om betere afspraken te maken in de cao”, zegt ze.
Florina: “De trucjes die werkgevers toepassen daar gaan de oren echt van klapperen. Het is echt bizar wat je soms hoort. En dan is mijn reactie ook oprecht ‘echt waar? O, oké’. Een voorbeeld is het rekruteren van Oekraïense ingezetenen. Het land is in oorlog maar uitzendbureaus gaan daar rekruteren puur voor eigen gewin.”
Op de vraag hoe het zit met flex in de sector Agrarisch Groen antwoorden ze alle drie vrijwel tegelijk met dat zij de ‘de grote flexwinnaar’ zijn. “Wij zijn de meest flexibele sector”, zegt Maciej. “Wij zijn niet alleen flexverslaafd. We kunnen niet eens meer afkicken”, vult Pritha aan. “Bij seizoensgebonden werk snappen wij ook dat mensen niet vast in dienst komen en begrijpen we dat men voor slechts 3 maanden komt werken, maar dit is een sector waar ook structureel werk vooral door uitzendkrachten wordt gedaan”, geeft Florina aan.
“Alle drie spreken we regelmatig mensen die een fase C-contract hebben en al jaren voor dezelfde inlener werken”, zegt Pritha. “Er zijn bijvoorbeeld vier tuinders die samen een eigen uitzendbureau hebben opgericht. De mensen die er komen werken willen ze vaak behouden en die krijgen dan een fase C-contract, wat inhoudt dat er geen enkele prikkel meer is om deze mensen vast in dienst te nemen.
Je hoort dan weleens wij zijn goed in paprika’s of tomaten, maar niet met mensen. Vanuit een ondernemersperspectief die alleen handjes nodig heeft, is het natuurlijk superhandig, maar daar zien wij dan dat het fase C-contract de vaste dienst bij de werkgever heeft vervangen. Wij proberen hierin toch een slag te maken door aan te blijven geven wat de meerwaarde is van een vaste contract”.
In de glastuinbouw is de inzet van uitzendkrachten de norm geworden in plaats van de uitzondering, waar de FNV voor pleit. Met de inzet van uitzendbureaus worden werknemers ook afhankelijker gemaakt. Dat zie je terug in de huisvesting en het vervoer. Alles wordt ‘geregeld’ door het uitzendbureau. Je kunt zo letterlijk op straat komen te staan. Mensen zijn daarom bang om zich uit te spreken.
Florina: “Uitzenden spant de kroon in de laagst gewaardeerde functies, de productie. Soms zien we ook teamleiders met meer verantwoordelijkheden, die nog steeds als uitzendkracht werken. Niet alleen teamleiders, maar ook de uitvoerders die als uitzendkracht werkzaam zijn hebben de verantwoordelijkheid om nieuwe uitzendkrachten in te werken.”
Florina gaat verder: “Wat we ook vaak horen, is dat werknemers extra taken krijgen, maar er niet voor beloond worden. Vaak in de hoop op een vast contract durven deze werknemers hier niet altijd iets van te zeggen. Het profiel van de mensen die hier naartoe komen of vaak worden gehaald is: jong, naïef, flexibel en afhankelijk.
Tegelijkertijd wil niet iedereen een vast contract. “Sommige mensen die we spreken bevalt het werken in een flexcontract prima, maar er is ook een groot deel die wel graag vast in dienst wil. We stellen weleens de vraag of ze gevraagd hebben of ze vast in dienst in kunnen komen. Meestal niet, want ze durven het niet aan om die vraag te stellen. Ze verwachten dat hun harde werk door de werkgever wordt gezien en met een vast contract wordt gewaardeerd. Dat is de mentaliteit. In dat geval is ons eerste advies, ‘ga het gesprek aan met je werkgever en geef aan dat je graag in vaste dienst wil’, zegt Maciej.
Pritha: “De sector glastuinbouw heeft de inzet van flex genormaliseerd en geperfectioneerd, voor de FNV blijft het zoeken hoe we de belangen van alle werkenden in deze sector, vast en flex het beste kunnen behartigen.”