Uit nieuw onderzoek van de FNV blijkt dat de doorgeslagen flexibilisering van de arbeidsmarkt dé veroorzaker is van de hoge instroom in de WIA. Het aantal arbeidsongeschikten in Nederland stijgt. Met name de hoge instroom in de WIA baart zorgen, inmiddels hebben meer dan 400.000 werknemers een WIA-uitkering. Het UWV kan de instroom nauwelijks nog aan.
Eind 2022 waren er 819 duizend zieke werknemers in de grootste arbeidsongeschiktheidsuitkeringen: de WAO, de WIA en de Wajong. Daarnaast zijn er honderdduizenden arbeidsongeschikten in andere regelingen zoals de Participatiewet, de Ziektewet of helemaal zonder uitkering.
Vicevoorzitter Kitty Jong van de FNV: “Het is tijd om de olifant in de kamer eindelijk bij naam te noemen. Die hoge instroom in de WIA komt doordat flexkrachten als wegwerpwerknemers worden behandeld, niemand bij ziekte meer naar ze omkijkt en de overheid dat gewoon toestaat. Aan het automatisme ‘uitgevallen, uitgerangeerd, WIA’ moet snel een einde komen. De flexverslaving van werkgevers is de bijl aan de wortel van onze sociale zekerheid.”
Pas sinds kort is er aandacht voor de relatie tussen flexwerk en arbeidsongeschiktheid. Het verband komt – zei het minimaal - terug in een analyse van de Onafhankelijke Commissie Toekomst Arbeidsongeschiktheidsstelsel (OCTAS). In het rapport ‘Verbeter de WIA begin bij Flex’ heeft de FNV daarom een data-analyse gemaakt, met in het oog springende resultaten. Flexwerkers hebben ruim twee keer zoveel kans om in de WIA terecht te komen dan werknemers met een vast contract. Van de gedeeltelijk arbeidsongeschikte flexwerkers is slechts 30% aan het werk, terwijl wel 60% van de mensen werken als ze vanuit een vast contract deels arbeidsongeschikt zijn geworden. Flexwerkers komen dus niet alleen vaker in de WIA, ze zijn daar in de praktijk ook veel vaker volledig van afhankelijk.
Voordat een zieke werknemer met een vast contract in de WIA terecht komt, is er vaak veel gedaan om dat te voorkomen. Er zijn talloze re-integratie mogelijkheden en gedurende twee jaar heeft een werknemer loondoorbetaling bij ziekte. Op de re-integratie verplichtingen voor de werkgever wordt bovendien streng getoetst. Er is met een vast contract ook een directe relatie met de werkgever en een transitievergoeding bij ontslag. Hoewel de situatie ook voor mensen met vast contract niet ideaal is, ontbreken al deze zaken bij flexwerkers, waar de ziekmelding in de meeste gevallen gevolgd wordt door een beëindiging van de arbeidsovereenkomst. Daarmee komt de rol van de werkgever grotendeels te vervallen. Werkgevers wentelen zo de risico’s van arbeidsongeschiktheid af op collectieve regelingen en de flexkrachten zelf.
Wat de FNV betreft zou allereerst voorkomen moeten worden dat werkgevers hun bedrijfsrisico’s nog langer kunnen afwentelen. Kitty Jong: “De overheid moet een einde maken aan de situatie waarin flexwerkgevers wél de lusten maar niet de lasten voor hun rekening nemen. Zij maken enorme winsten ten koste van hun hun personeel, collega-ondernemers en de staatskas, daar moet eigenlijk zo snel mogelijk een eind aan gemaakt worden. Flexwerkers horen rondom ziekte en re-integratie dezelfde ondersteuning, begeleiding en bescherming te krijgen als reguliere werknemers.”