FNV Flex biedt vrijdag 9 december samen met FNV-voorzitter Tuur Elzinga en een delegatie van uitzendkrachten brancheorganisaties ABU en NBBU een petitie aan die ruim 4500 keer is ondertekend. Hiermee roepen zij werkgevers op om goede afspraken te maken over bijvoorbeeld gelijke beloning, pensioen, zekerheid, ziekteregeling en zeggenschap. Ook krijgen beide organisaties de zogeheten Gouden Draaideur Award uitgereikt.
Al sinds april wordt er onderhandeld over een nieuwe cao voor uitzendkrachten die in zou moeten gaan per januari 2023. De tijd dringt. Uitzendkrachten eisen dat werkgevers eindelijk over de brug komen met goede afspraken, waar zij ook daadwerkelijk iets van merken. Ze hebben flex-contract na flex-contract en ondertussen wachten de 850.000 uitzendkrachten in Nederland naarstig op een nieuwe cao. Deze grote groep werkenden ervaart de negatieve gevolgen van de inflatie aan den lijve, maar uitzendbureaus voelen geen enkele urgentie om snel tot nieuwe cao-afspraken te komen die recht doen aan de enorme flexibiliteit die uitzendkrachten altijd maar moeten opbrengen.
Het afsluiten van een uitzend-cao met de brancheorganisaties is traditioneel een stroef traject. Daarom hebben de uitzendkrachten al meerdere keren van zich laten horen. Karin Heynsdijk, bestuurder FNV Flex: ‘Zonder gevolg helaas en dat is teleurstellend. Het is juist erg belangrijk dat er goede afspraken worden gemaakt voor uitzendkrachten. Lang genoeg hebben zij de rekening betaald voor de flexibiliteit van bedrijven. Het is hoog tijd dat uitzendkrachten evenveel verdienen als hun collega’s in vaste dienst, een behoorlijk pensioen opbouwen en bij ziekte een beter vangnet krijgen. Al die duizenden uitzendkrachten die onmisbaar zijn voor onze economie staat het water vanwege de inflatie nu tot over de lippen. Zij moeten nu geholpen worden en hebben daar ook recht op.’
Verder vraagt FNV aandacht voor de slechte positie die veel uitzendkrachten op de arbeidsmarkt hebben. Karin Heyndijk: ‘Onze mensen fungeren als de smeerolie van de economie, maar ook als boksbal: ze vliegen er in economisch slechtere tijden als eerste uit. Nog steeds krijgen ze flex-contract na flex-contract zonder uitzicht op een vaste aanstelling. Die zogeheten draaideurconstructie zorgt voor onzekerheid terwijl met zekere contracten uitzendwerk wel aantrekkelijker zou kunnen zijn. Vaste banen moeten worden ingevuld door werknemers met vaste contracten, is de afspraak tussen werkgevers en werknemers. Uitzendbureaus hebben hierbij een belangrijke taak om meer mensen aan vast werk te helpen, maar ze doen nog te weinig.’