Online-supermarkt Picnic mag van de rechter de cao Supermarkten blijven ontwijken. Dat zegt de rechter vandaag in de zaak die FNV tegen Picnic had aangespannen.
Picnic heeft verschillende activiteiten in verschillende bv’s gestopt. Daardoor vallen de bezorgers en orderpickers buiten de cao. FNV-coördinator arbeidsvoorwaardenbeleid Zakaria Boufangacha: ‘De enige reden volgens ons dat Picnic dat doet is om medewerkers zo weinig mogelijk te betalen. Ze verdienen daardoor net iets meer dan het minimumloon.’
De rechtszaak draaide om de vraag of Picnic een supermarkt is of niet. Boufangacha: ‘Voor ons is dat zo duidelijk als wat: Picnic is een supermarkt. Het enige verschil met traditionele supermarkten is dat ze alleen bezorgen en geen fysieke winkels hebben.’ Picnic denkt daar anders over. Het bedrijf heeft voor het inpakken en bezorgen verschillende bedrijven opgericht en zegt dat dat logistieke bedrijven zijn en geen supermarkten.
De FNV is zwaar teleurgesteld over de uitspraak van de rechter. De medewerkers komen nu niet onder de supermarkt-cao te vallen en hebben daardoor geen recht op beter loon en toeslagen. ‘We sluiten cao’s onder meer af om werknemers binnen één branche voor hetzelfde werk gelijk te belonen. Daarmee voorkom je concurrentie op arbeidsvoorwaarden. Door deze uitspraak worden medewerkers speelbal in de concurrentiestrijd in de supermarktbranche’, aldus Boufangacha.
Picnic-medewerkers voeren al langer strijd voor betere arbeidsvoorwaarden. Zo werd succesvol actie gevoerd tegen onveiligheid bij distributiecentra. Naast het niet toepassen van de cao is voor Picnic-medewerkers het grootste probleem de onzekere contracten. Boufangacha: ‘Bij Picnic werkt 90 procent als uitzendkracht. Ongehoord voor een bedrijf waar elke dag werk is. Het betekent dat het nooit zeker is hoeveel je aan het eind van de maand binnenkrijgt. Het aangaan van bijvoorbeeld een hypotheek is dan onmogelijk.’
FNV heeft drie maanden de tijd om in beroep te gaan tegen de uitspraak. ‘Of we dat doen wordt nu onderzocht door onze advocaten. Maar we blijven sowieso strijden voor eerlijke banen met een goede beloning’, aldus Boufangacha.