Natuur & Milieu, de Parkinson Vereniging en de FNV zijn niet blij met het positieve advies over het bestrijdingsmiddel glyfosaat. De Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid (EFSA) bracht deze week een positief advies uit over de goedkeuring van glyfosaat. Glyfosaat zit onder meer in onkruidbestrijdingsmiddelen voor de land- en tuinbouw zoals Roundup Ultimate. Dit advies is een gevaarlijke stap in de verkeerde richting, vinden de organisaties.
Het goedkeuringsproces voor de verlenging van Europa’s meest gebruikte onkruidbestrijdingsmiddel glyfosaat kan door het nieuwe advies doorgaan. Dit is erg verontrustend vinden de organisaties, onder meer omdat de EFSA zelf ook aangeeft dat er data ontbreekt en er onopgeloste problemen zijn. Onafhankelijke wetenschappelijke studies die de EFSA niet meeneemt in het goedkeuringsproces bewijzen dat glyfosaat giftig is voor het waterleven en ernstige schade toebrengt aan de bodem.
Volgens de WHO is glyfosaat daarnaast waarschijnlijk kankerverwekkend en verschillende studies geven aanwijzingen dat het de kans op Parkinson vergroot. Werkenden worden onvoldoende beschermd tegen blootstelling aan schadelijke bestrijdingsmiddelen, zoals het veelgebruikte glyfosaat.
De lidstaten van de Europese Unie moeten nog een beslissing nemen over het bestrijdingsmiddel. Natuur & Milieu, de Parkinson Vereniging en de FNV vragen de Nederlandse overheid tegen de verlenging van de glyfosaatvergunning te stemmen. Ondersteund door 36 organisaties, riepen ze in hun Maatschappelijk Manifest Bestrijdingsmiddelen de Nederlandse overheid eerder al op om de gezondheid van mensen, het milieu en de biodiversiteit te beschermen. De organisaties adviseren van het voorzorgsprincipe uit te gaan, beleid te baseren op alle wetenschappelijke kennis en daarom tegen te stemmen.
Natuur & Milieu, de Parkinson Vereniging en de FNV roepen de overheid op om de boeren te ondersteunen om onkruid met techniek en machines te verwijderen. Dat is een belangrijke stap in de omslag naar natuurinclusieve landbouw, waardoor de boeren veel minder afhankelijk zijn van chemische bestrijdingsmiddelen