Koning Willem-Alexander zal tijdens het staatsbezoek en de handelsmissie aan India aandacht vragen voor de arbeidsomstandigheden in de productieketen van onder andere zaadveredelingsbedrijven uit de tuinbouwsector. Dat doet hij donderdag of vrijdag tijdens het bezoek aan de Indiase deelstaat Kerala.
FNV en Arisa (voorheen Landelijke India Werkgroep) hebben onderzoek gedaan naar de arbeidsomstandigheden van arbeiders en boeren in India. Informatie uit deze onderzoeken is gedeeld met de koning en FNV heeft gevraagd deze informatie tijdens de missie te bespreken. Jeroen Brandenburg, bestuurder FNV Agrarisch Groen: ‘We hebben ook gevraagd aandacht te besteden aan internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen, want Nederlandse en Indiase bedrijven moeten hun verantwoordelijkheid nemen voor mens en milieu.’
Onderzoek door Arisa en FNV heeft aangetoond dat in India wettelijk vastgestelde minimumlonen niet betaald worden en vrouwen stelselmatig minder verdienen dan mannen. Ook is er nog altijd sprake van kinderarbeid en nemen vooral arbeidsmigranten hun kinderen mee, waardoor die niet naar school kunnen. Ook zijn de Nederlandse veiligheidsvoorschriften over werken met pesticiden veelal onbekend bij de arbeiders in India.
Een andere misstand zijn de schulden die kleine boeren oplopen, wanneer zij in opdracht zaden produceren. De investeringen voor de productie van de zaden, kunstmest en insecticiden, worden bij gebrek aan toegankelijke kredietvoorzieningen meestal bij ‘money lenders’ geleend tegen hoge rentes. Bij misoogsten is het risico voor de boeren en blijven zij achter met een grote schuldenlast. Niet zelden leidt dat tot zelfmoorden, waarna de schuldenlast over gaat op vrouw en kinderen.
De Indiase zaadsector is nauw verweven met Nederland. In Nederland wordt een groot aantal groentezaden veredeld, die daarna verder worden geproduceerd in India. FNV vindt het belangrijk dat iedereen in de agrarische internationale keten onder goede omstandigheden zijn werk kan doen. Voor India betekent dat veilige werkomstandigheden, geen kinderarbeid, een leefbaar loon en geen uitbuiting. In Nederland betekent dat het naleven van cao’s, leefbare lonen, veilige werkomstandigheden en geen uitbuiting van arbeidsmigranten. ‘Wij willen een duurzame agrarische sector met goede prijzen voor de producten, zodat iedereen een goed inkomen kan verdienen’, aldus Brandenburg.
Al lange tijd wordt er onderhandeld over een convenant voor internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen (IMVO) voor de land- en tuinbouw. In zo’n convenant worden er afspraken gemaakt tussen bedrijven, overheid, vakbonden en maatschappelijke organisaties. Samen gaan ze aan de slag om misstanden zoals uitbuiting, dierenleed of milieuschade te voorkomen. Bedrijven worden verplicht om in hun eigen keten te onderzoeken wat er mis is en daarna met plannen te komen voor verbetering, waar een rechter ze aan zal houden. Brandenburg: ‘Er zijn al goede stappen gezet om een einde te maken aan de misstanden in de keten, maar de vorderingen gaan traag.’