In de wet staat dat 5 jaar van tevoren door het CBS een raming gemaakt wordt van de levensverwachting vanaf 65 jaar. Op grond van die voorspelling wordt de AOW-leeftijd bepaald
In de praktijk blijkt de voorspelling van het CBS niet uit te komen. Op grond van de CBS-voorspelling is de AOW-leeftijd vanaf 2028 verhoogd met drie maanden naar 67 jaar en drie maanden. De werkelijkheid is echter dat de levensverwachting niet is gestegen. De AOW-leeftijd had gehandhaafd moeten worden op 67 jaar. De minister wil echter de AOW-leeftijd niet op 67 jaar handhaven, omdat nu eenmaal de extra drie maanden bekend is gemaakt. Een nadelige uitleg voor de mensen die uitzien naar de AOW. Dat zijn de mensen die met hun handen hun brood verdienen. Mensen die op jongere leeftijd met werken beginnen. Het gaat om 70% van de beroepsbevolking. Mensen met een kortere levensverwachting en kortere gezond leven verwachting, dan (30%) hoogopgeleiden.
Daar komt nog bij dat de mogelijkheid in cao-en om 3 jaar eerder op te houden dan de AOW-leeftijd in zware beroepen, niet voortgezet wordt na 2025. De werkgevers (en de overheid?), wijzen de voorstellen hiertoe van de vakbonden af. Bij onze belangrijkste handelspartner, Duitsland, wordt de AOW-leeftijd pas in 2030 67 jaar. In Nederland in 2024.
Het lijkt mij tijd dat de partijen die in gesprek zijn over een kabinet, op zijn minst besluiten dat de AOW-leeftijd ook in 2028 op 67 jaar blijft en dat de zwaarwerk regelingen worden voortgezet. Het zou ook mooi zijn dat de AOW-leeftijd daalt als de levensverwachting afneemt. In de wet staat nu dat de AOW-leeftijd niet kan dalen.
Anne van Dijk, Drachten.