In het diepste geheim is in een aantal organisaties in Noord Nederland een proef met het basisinkomen gestart bij een divers gezelschap werkenden. De vakbond FNV heeft met twee onbekende medewerkers aan dit project. De resultaten zijn indrukwekkend, iets wat de deelnemers totaal niet verrast.
Het onderzoek is onder volstrekte geheimhouding uitgevoerd. Dit om de voorkomen dat tegenstanders van het basisinkomen het proces verstoren. Tegenstanders? Bestaan die dan? Jazeker. Dit zijn vaak mensen die in dit soort discussies dingen roepen als: ‘Ik ga toch zeker niet voor een ander werken’. Landgenoten die nog niet voldoende afstand kunnen nemen van hun eigenbelang om met open vizier de collectieve voordelen te willen zien. We willen nu niet te diep ingaan op de financiering van zo’n systeem. Wel is duidelijk dat je bovengenoemde zwartkijkers de wind uit de zeilen kan nemen als we de belasting op arbeid reduceren of elimineren. Wat een goed idee is.
Overigens bevinden zich in het kamp van de tegenstanders ook mensen die menen dat een basisinkomen niet betaalbaar is. Daarmee ontkom je op termijn niet aan de discussie over mogelijk vergaande verbeteringen in het sociaaleconomisch systeem.
Bij eerdere proefjes met het basisinkomen gaat het vaak om tien of twintig mensen zonder werk bij wie de uitkering wordt vervangen door het basisinkomen. Geld verdiend met werken, wordt niet op de uitkering in mindering gebracht. Met dergelijke kleinschalige experimenten is moeilijk vast te stellen wat de impact is op de maatschappij. Bij dit onderzoek is bewust gekozen om juist mensen die al werk hebben in te schakelen. Onder andere bij enkele ziekenhuizen, verzekeraars, productiebedrijven en in de horeca hebben we honderden mensen geworven die het deel van hun salaris dat overeenkomt met het basisinkomen automatisch overgemaakt krijgen. Het resterende deel is dan hun loon gekoppeld aan hun flexcontract. De lonen zijn in principe ook de kosten die de werkgever heeft. Dus veel lager dan eerder.
Een belangrijk doel van de proef is te onderzoeken of het basisinkomen voldoende zekerheid biedt aan mensen die flexibele arbeidscontracten hebben. We hebben natuurlijk afgelopen jaren een zeer uitdagende situatie gehad om zo’n proef te doen. Door de grillige opstelling van de overheid met sluitingen, anderhalvemeternorm, avondklokken, prik- en testlocaties was de inzet en beschikbaarheid van personeel een grote uitdaging. Vanuit werkgeversperspectief blijken de veel lagere loonkosten niet meer direct een molensteen om de nek te vormen. Het leven is dan een stuk relaxter, zo blijkt.
Doordat werknemers met een basisinkomen meer keuzevrijheid hebben is de motivatie om voor een bepaalde werkgever te werken een stuk steviger. Tuurlijk gaat het om het extra geld waarmee je leuke dingen kan doen boven het dagelijkse patroon van eten, drinken en wonen. Mooi is dat we zien dat een aantal werkgevers zich meer zijn gaan interesseren in hun personeel. Ze zorgen er beter voor dat er veilig gewerkt kan worden. Er is veel meer de dialoog met het personeel om samen te proberen te overleven, of beter, met goede werk/privé balans een onderneming of organsatie te bedrijven.
Het leven zit vol verrassingen. Zoals de ongekende energiekosten. Dan is het basisloon niet meer voldoende voor de basislasten. Het is nu heel simpel. Pas het basisloon aan aan de nieuwe situatie. Sinds in maart 2020 de overheid met een handomdraai miljarden aan overheidssteun aan ondernemers kon regelen, weten we hoe eenvoudig zoiets kan gaan. Met het basisinkomen ga je veel makkelijker naar een structurele oplossing.
Destijds in 2020 werd nooit gevraagd hoe dat betaald moest worden. Wij hebben daar wel ideeën over. Een tipje van de sluier vind je via de link. Laat ik daar aan toevoegen dat Nederland vergevorderde plannen en wetgeving heeft om transacties boven de 100 euro te gaan monitoren. Dat ze dat in heel Nederland willen doen is wat overdreven. Begin eens bij de Zuidas.
In een volgend verslag persoonlijke verhalen van deelnemers aan dit experiment.
Jeroen van Linge
FNV-lid