Kaderlid Anne van Dijk vindt dat berichten over krappe arbeidsmarkt haaks staan op de vele afhankelijke contracten en de onderbetalingen.
In de krant wordt gesteld dat er ook in Friesland te weinig mensen zijn om het werk te doen. Er zou sprake zijn onvervulbare vacatures. Haaks hierop staat dat 10% van de werknemers uitzendkrachten zijn. In tal van bedrijven is het percentage echter niet 10%, maar 20 of zelfs 30%. Verder zijn er oproepcontracten, tijdelijke contracten (ook in sectoren als vervoer, bouw, installatiebedrijven), ZZP’ers, buitenlandse werknemers die onderbetaald worden, en payroll bedrijven of te wel nep werkgevers. Al met al is 35% van de werknemers niet zeker van zijn werk. Nederland is kampioen in afhankelijke contracten. Slechte contracten die overigens als effect hebben dat er niet of nauwelijks aan bijscholing gedaan wordt door inlenende werkgevers.
Op buitenlandse werknemers wordt meer verdiend door ze minder te betalen en hen ook nog een keer flink voor de huisvesting te laten betalen. In een aantal gevallen wordt niet de Nederlandse premies betaald maar de premies van bijvoorbeeld Cyprus. Door deze onderbetaling worden goed willende werkgevers oneerlijke concurrentie aangedaan en treedt er verdringing op van vaste krachten. Zo bleek op de scheepswerven in Groningen. Ook uitzendkrachten worden minder betaald dan het loon van de mensen die in dienst zijn bij de inlenende werkgever. Bovendien is hun pensioen slechter. Hetzelfde geldt overigens voor de ZZP’ers. Payroll bedrijven hebben steevast een slechter pensioen dan geldt bij de werkgever waar de werknemers feitelijk voor werken.
Uitzendkrachten en ZZP’ers zijn het eerste de sigaar bij economische tegenwind. Daarbij vallen ZZP’ers buiten de WW en kunnen alleen een beroep doen op de bijstand. Bij een volgende crisis zal die dieper ingrijpen in Nederland door de vele ZZP’ers en de verslechterde sociale voorzieningen.
Er zijn talloze rechtszaken gevoerd. Bijvoorbeeld om ervoor te zorgen dat uitzendkrachten ook vakantietoeslag krijgen betaald over vrijedagen net als vaste werknemers.
De praatjes om het afhankelijk houden van werknemers te verdedigen zijn steeds hetzelfde. Het gaat om seizoen werk. Buitenlandse werknemers zijn nodig omdat Nederlanders het werk niet willen doen. De mensen willen zelf geen vast contract. De slechte contracten zijn niets anders dan het afwentelen van het ondernemersrisico op de werknemers en bovendien wordt het gebruikt als middel om de lonen laag te houden.
Vakbonden vinden dat tijdelijke contracten beperkt moeten worden tot vervangen bij ziekte en tot tijdelijke pieken. Als meer dan 9 maanden in 12 maanden gewerkt wordt, dient het een vast contract te worden. Ook dient het loon en pensioen gelijk te zijn aan dat van werknemers in dienst van werkgevers die uitzendkrachten, ZZP’ers en dergelijke inlenen. Gelijk loon voor gelijk werk bij dezelfde werkgever.
Het klakkeloos berichten dat de arbeidsmarkt krap is, is berichten over een theoretische werkelijkheid terwijl de feitelijke werkelijkheid is dat mensen proberen vastwerk te krijgen maar dat niet krijgen en in slechte afhankelijke contracten aan het werk zijn. Er heerst in Nederland een dagloner cultuur waarbij de werkgevers met een renteniersmentaliteit hun risico’s op de werknemers afwentelen. Er is geen krappe arbeidsmarkt, zolang onderbetaald wordt en er geen vaste contracten gegeven worden voor vast werk.
Anne van Dijk, Drachten.