Zakaria Boufangacha, vicevoorzitter FNV, kijkt met trots terug op het afgelopen cao-seizoen. ‘We hebben de prijsstijgingen van 2021 t/m 2023 het afgelopen jaar eindelijk goedgemaakt, dankzij een gemiddelde loonstijging van 5,2%. Dat ging niet zonder slag of stoot. Ondanks de weerstand vanuit werkgevers, bepaalde politici en economen, heeft FNV er alles aan gedaan om de inflatieachterstand volledig te repareren. Met succes!’
‘Tegelijkertijd is de scheefgroei toegenomen: De winsten stegen harder dan de lonen. De balans tussen de groei van de welvaart en wat ‘gewone mensen’ daarvan terugzien, is nog schever geworden. Daar moet een einde aan komen. Volgend jaar willen we dan ook dat mensen na 3 jaar er écht op vooruitgaan. Werkend Nederland heeft lang genoeg gewacht!'
‘We zetten voor 2025 in op 7% loonsverhoging voor een forse verbetering van de koopkracht. En dat kan ook gewoon, want de winsten zijn harder gestegen dan de lonen. Niet alleen de werkgevers, maar ook de politiek moet daarnaast veel meer investeren in bestaanszekerheid en in de publieke sector, in plaats van daar keihard op te bezuinigen’.
Boufangacha: ‘Het kabinet beloofde zich hard te maken voor méer bestaanszekerheid, maar we zien vooral dat ze de kant van bedrijven kiest en niet die van de hard werkende Nederlander. Zelfs de schamele extra verhoging van het wettelijk minimumloon van 1,2% werd door een meerderheid in de Eerste Kamer van tafel geveegd, omdat de bedrijven dat niet zouden kunnen betalen. De enige reden dat mensen er toch op vooruit zijn gegaan in het afgelopen jaar, is dankzij de inzet van onze leden aan de cao-tafels. Het actiejaar 2023 heeft er toe geleid dat werkgevers in 2024 eerder bereid waren om tegemoet te komen aan onze eisen. Alsnog waren er dit jaar 26 actietrajecten met stakingen nodig: van de textielreiniging tot de baksteenindustrie en nu nog steeds de apotheken.’
Afgelopen jaar sloot FNV 424 cao’s af, en verbeterde daarmee de arbeidsvoorwaarden van 3,9 miljoen mensen. De gemiddelde loonstijging is 5,2%. Voor lagere inkomens, zo rond het minimumloon, pakt dit iets hoger uit: 5,5%. Boufangacha: ‘Dat komt omdat we ook loonafspraken maken in centen in plaats van procenten’.
In 24% van de cao’s heeft FNV een minimumloon van 16 euro bruto per uur afgedwongen. Boufangacha: ‘Iedereen in Nederland vanaf 18 jaar die fulltime werkt, zou gewoon moeten kunnen rondkomen. Daar is minimaal 16 euro voor nodig in plaats van 14 euro. Maar een verhoging van het minimumloon is ook weer zo’n belofte die het kabinet níet nakomt, dus regelen wij het zelf wel in de bedrijven’.
FNV heeft in 43% van de cao’s afspraken gemaakt, waardoor mensen sneller een vast contract krijgen. En in bijna de helft van de cao’s (46%) staan afspraken die werknemers meer zeggenschap geven over hun werktijden. Dit kan gaan over individueel roosteren of het werk anders indelen. Boufangacha: ‘Een contract voor onbepaalde tijd is de beste bestaanszekerheid die je mensen kunt geven. Het belang van meer vaste banen met voldoende zeggenschap, is in het belang van mensen en samenleving. Daar blijven we het komend jaar op inzetten.’
Het FNV arbeidsvoorwaardenseizoen liep van 1 december 2023 tot 30 november 2024. In totaal is de FNV betrokken bij de arbeidsvoorwaarden van 5,2 miljoen mensen.