Vandaag heeft het collectief Zorg voor Gaza voor het Vredespaleis in Den Haag een herdenking voor gedode zorgverleners in Gaza gehouden. Meer dan 500 medische hulpverleners zijn sinds de oorlog in Gaza omgekomen. Het collectief, bestaande uit Artsen voor Gaza, Artsen zonder Grenzen, Dokters van de Wereld, FNV en War Child, roept de regering op zich in te zetten voor de bescherming van medisch en humanitair personeel en medische faciliteiten.
foto: Arie Kievit
De herdenking begon direct na de maandelijkse test van het luchtalarm. Zangeres Naaz las de namen van de overleden zorgverleners op, terwijl de omvang van het aantal verloren medewerkers in beeld werd gebracht door het plaatsen van gedenkstenen met daarop de namen van de hulpverleners.
In haar toespraak zei FNV-vicevoorzitter Kitty Jong: 'Het is onze dure plicht als vakbond om ons uit te spreken tegen de nietsontziende schendingen van mensenrechten. Die van zorgverleners in het bijzonder. Vele zorgcollega's in Gaza hebben inmiddels hun leven opgeofferd in wanhopige pogingen om het leven te redden van onschuldige burgers.'
Met deze actie, een dag voor de bordesscène, bepleit het Collectief 'Zorg voor Gaza!' dat de nieuw geïnstalleerde Nederlandse regering de strijdende partijen oproept verantwoording af te leggen voor de dood van meer dan 500 zorgverleners in Gaza.
De Nederlandse Grondwet bepaalt dat de regering zich inzet voor het humanitair oorlogsrecht. Hierin is vastgelegd dat medisch en humanitair personeel en medische faciliteiten een beschermde status hebben in conflicten. Bescherming zodat mensen in conflictgebieden altijd voldoende medische en humanitaire hulp krijgen. Dit principe staat in Gaza zwaar onder druk. Nederland, met Den Haag als internationale stad van vrede en recht, heeft hierin een bijzondere verantwoordelijkheid.
Samen met de andere organisaties hebben we een aantal eisen opgesteld in een gezamenlijke verklaring.