De FNV heeft met werkgeversorganisaties in de detailhandel een nieuwe pensioenregeling afgesproken voor de sector (winkels en distributiecentra). Deze moet gelden voor zeker 1,3 miljoen mensen: 350.000 werknemers, 160.000 gepensioneerden en nog eens 850.000 mensen die pensioen hebben opgebouwd bij het Pensioenfonds Detailhandel maar nu in een andere sector werken.
Willem Noordman, pensioenbestuurder bij de FNV: ‘De afspraken passen goed bij de detailhandel en de toekomst. Pensioen blijven we samen regelen maar je ziet wat je spaart en de risico’s delen we met elkaar. Dat levert de best mogelijke resultaten voor iedereen: jong, oud, werkend of gepensioneerd. Bij de overgang van de huidige naar de nieuwe regeling wordt rekening gehouden met de belangen van al die groepen. Het is nu aan de leden om hun zegje erover te doen. Daar nemen we de tijd voor tot na de feestdagen.’
De pensioenregeling wordt een zogeheten solidaire premieregeling. Dat betekent dat een kleine reserve wordt gevormd in economisch goede tijden die gebruikt kan worden om te voorkomen dat uitkeringen moeten dalen in slechte tijden. Dit is meteen de belangrijkste verandering: de grote reserves die nu verplicht zijn, worden vervangen door een kleine solidariteitsreserve, waardoor meer geld sneller beschikbaar is voor ieders pensioen. Verder blijft veel hetzelfde.
Wie onder de huidige regeling valt, behoudt al de opgebouwde rechten. Deze worden ingevaren, zoals dat heet, in de nieuwe regeling. Ook de premie blijft gelijk. Verder zal Bedrijfstak Pensioenfonds voor de Detailhandel de pensioenregeling blijven uitvoeren. Ook aan de franchise verandert niets (het eerste deel van je loon waar je AOW-premie over betaalt en later AOW voor terugkrijgt).
Bij het overlijden van een werknemer voor het pensioen krijgt de partner 25% van het laatste loon, aangevuld met een uitkering van € 10.000 per jaar tot diens eigen AOW-datum. Verder komt er een wezenpensioen van 10% van het laatstverdiende salaris, per wees, tot 25-jarige leeftijd. Dit is een forse verbetering ten opzichte van nu. Niemand wil dat mensen jong overlijden, maar als het gebeurt, worden nabestaanden beter ondersteund.
De pensioenregeling voor nabestaanden blijft gelijk als een werknemer overlijdt na diens pensionering. Dat is nu 70% van het ouderdomspensioen van de oud-werknemer. Ook de premievrije voortzetting bij arbeidsongeschiktheid blijft op gelijk niveau. Als je dat overkomt, wordt je verdere pensioenopbouw door het fonds betaald.
Er komt een compensatie voor mensen die nadelen hebben van het afschaffen van het doorsneesysteem. De generatie tussen 35 en 60 jaar heeft in het oude stelsel bijgedragen aan de pensioenopbouw van oudere collega’s. Door het in één keer af te schaffen zouden zij de periode van voordeel missen. Dat wordt gecompenseerd. Keuzes die je nu kunt maken, bijvoorbeeld wanneer je met pensioen wilt gaan blijven in de nieuwe regeling bestaan.