De FNV maant de overheid opnieuw nu eindelijk eens te gaan handhaven bij platformbedrijven. Dat schrijft de bond vandaag in een brief aan minister Van Gennip (SZW) en staatssecretaris Van Rij (Fiscaliteit). De FNV won diverse rechtszaken over de positie van arbeidskrachten bij platforms: zij zijn werknemers, en geen zelfstandigen.
De FNV wil dat snelheid, stevigheid en duidelijkheid voorop staan in het door de overheid toegezegde stappenplan. Dat stappenplan moet dit najaar gestalte krijgen. De FNV maakt zich grote zorgen over de vage plannen van de overheid die tot op heden niet hebben geleid tot vermindering van het aantal schijnzzp’ers, in tegendeel.
FNV-vicevoorzitter Zakaria Boufangacha: ‘Er moet nú wat gebeuren. Het aantal zelfstandigen en schijnzelfstandigen neemt hand over hand toe in de horeca, de zorg en bij de platformbedrijven. We zijn blij dat de overheid, mede door onze druk dit voorjaar, heeft bepaald dat ze de wet DBA vanaf 1 januari 2025 eindelijk gaat handhaven. Maar er moet veel eerder een stevig signaal komen naar het bedrijfsleven. Niets houdt de Belastingdienst tegen om nu te beginnen met het handhaven bij de bedrijven waarvan de rechter heeft gezegd dat er geen zzp’ers maar werknemers werken. Veel platformbedrijven voelen nu nog ruim twee jaar de volledige vrijheid om hun gang te gaan en platformwerkers uit te persen. Uber werd in de watten gelegd door de Belastingdienst, Deliveroo vertrekt straks zonder sociale premies te hebben afgedragen, Temper en Helpling wordt geen strobreed in de weg gelegd. Het hele arbeidsrecht en sociale stelsel wordt op die manier steeds massaler ondergraven.’
De FNV verwijt de overheid dat het al sinds 2016 tekort schiet in handhaving. Het probleem groeit iedere dag dat handhaving achterwege blijft. De Belastingdienst schuift het op de lange baan omdat men bang is voor onrust bij (schijn)opdrachtgevers.
Boufangacha: ‘Overheid, toon eens wat doortastendheid. Zachte heelmeester maken stinkende wonden. De Belastingdienst hóeft niet te wachten op uitspraken van de Hoge Raad, maar kan een eigen oordeel vormen en gaan waarschuwen en handhaven. Slecht gedrag wordt nog steeds beloond. Wij hebben veel vragen over het stappenplan dat gemaakt wordt. Als wij geen bevredigende antwoorden krijgen, kunnen wij niet anders dan de eerder aangekondigde procedure tegen de Staat daadwerkelijk in gang zetten.’