Nederlandse beursgenoteerde ondernemingen besteedden de laatste 20 jaar steeds meer van hun (geleende) geld aan winstuitkeringen voor de aandeelhouders. Schulden namen toe, terwijl investeringen stagneerden en lonen achterbleven. Dat zijn de belangrijkste conclusies uit het recente rapport Aandeelhouders eerst. Hoe bedrijven dividend-machines werden.
Het onderzoek, in opdracht van de FNV, is uitgevoerd door Stichting Onderzoek Multinationale Ondernemingen (SOMO). Het rapport brengt de geldstromen bij 51 niet-financiële beursgenoteerde bedrijven in kaart tussen 2000-2020. In deze periode stegen de totale schulden van de onderzochte ondernemingen van € 99,3 miljard naar € 145,2 miljard. De toeleveranciers van deze grote ondernemingen kregen in de periode ook een steeds kleiner deel van de omzet. De uitkeringen aan aandeelhouders groeiden vanaf 2000 tot de start van de coronacrisis met een duizelingwekkend getal: 500%. Petra Bolster, lid dagelijks bestuur FNV: ‘Dit gedrag lijkt in niets meer op een normale bedrijfsvoering van niet-financiële ondernemingen.’
De winstuitkeringen staan in schril contrast met de investeringen die de onderzochte ondernemingen deden in werknemers, productiecapaciteit en onderzoek en ontwikkeling. Zo bleef de groei van de loonkosten in de onderzoeksperiode steken op 50%. Investeringen in productiecapaciteit en onderzoek en ontwikkeling stagneerden zelfs. Sinds 2019 zijn de totale investeringen niet meer voldoende om de totale afschrijvingen te vervangen. De resultaten laten een verschuiving van de prioriteiten zien van de beursgenoteerde ondernemingen: van het produceren van goederen en diensten, zijn bedrijven vooral bezig hun bedrijf als onderpand te gebruiken om op de korte termijn zo veel mogelijk geld te maken voor hun aandeelhouders. Dat gaat ten koste van de lange termijn perspectieven van het bedrijf.
De FNV maakt zich grote zorgen over de gevolgen van deze zogenaamde ‘financialisering’ van beursgenoteerde bedrijven. Bolster: ‘Wat het rapport feilloos blootlegt, is dat deze bedrijven zichzelf in feite uithollen. Het (geleende) geld van de beursgenoteerde ondernemingen gaat niet naar investeringen om die bedrijven ook in de toekomst rendabel te houden. Nee, dat gaat naar de aandeelhouders. Dat gaat gevolgen hebben voor de werkgelegenheid. Op de korte termijn zien we de effecten al. De alsmaar verslechterende arbeidsvoorwaarden, lonen die al lang de inflatie niet meer compenseren en steeds meer flexwerk.’
Samen met de onderzoekers van SOMO ziet de FNV de grote schuldenberg ook als een reëel maatschappelijk risico. Rodrigo Fernandez, onderzoeker bij SOMO:: ‘Bedrijven zijn hun schulden aangegaan in een periode van extreem lage rente. Die schulden moeten straks opnieuw gefinancierd worden, tegen een veel hoger rentepercentage. Daardoor zal er minder geld beschikbaar zijn voor productieve investeringen, innovatieonderzoek, maar ook voor de energietransitie.’
Het rapport maakt ook duidelijk dat er genoeg geld is in Nederland, maar dat we dat niet goed verdelen. Bolster: ‘Steeds meer werkende mensen kunnen hun rekeningen niet betalen. En dat terwijl de Nederlandse multinationals winst blijven maken, al dan niet met geleend geld. Feitelijk wordt er roofbouw gepleegd op volgende generaties. En dat alleen om nu de al goedgevulde beurzen van de aandeelhouders nog verder te spekken.’
Lees meer over scheefgroei en download het onderzoeksrapport