Vaders met een laag inkomen maken fors minder gebruik van geboorteverlof. Dat blijkt uit een evaluatie die minister Karien van Gennip (SZW) vandaag naar de Tweede Kamer stuurde. Bas van Weegberg, lid van het Dagelijks Bestuur van vakbond FNV: "Geboorteverlof moet voor iedereen toegankelijk zijn, ongeacht inkomen.'
De FNV roept de minister op: betaal het aanvullende geboorteverlof voor partners volledig door.
Van Weegberg: “Dit is precies waarvoor de FNV al waarschuwde bij de invoering van deze wet. Met een lager inkomen kun je niet zomaar een derde van je inkomen missen. Zeker niet als je net een kind hebt gekregen met de hoge kosten die daarbij komen kijken. Sommigen komen zelfs onder bijstandsniveau als ze geboorteverlof opnemen. Dat kan niet de bedoeling zijn.”
Vanaf 1 januari 2019 hebben partners van de moeder recht op 1 week geboorteverlof na de geboorte van hun kind. Vanaf 1 juli 2020 hebben partners recht gekregen op vijf weken aanvullend geboorteverlof. Dit verlof wordt echter maar voor 70% doorbetaald, gemaximeerd tot 70% van het maximum dagloon.
Uit de eerste evaluatie van het geboorteverlof blijkt dat bijna driekwart van de partners die recht hadden op geboorteverlof er gebruik van maakte. Maar de verschillen tussen inkomensgroepen zijn groot. Van de hogere inkomens nam 85 procent het partnerverlof op, bij de gezinnen met een lager inkomen is dat 63 procent.
De invoering van het geboorteverlof had tot doel om de band tussen vader en kind te versterken en om de positie van vrouwen op de arbeidsmarkt te verbeteren. Van Weegberg: “Emancipatie mag niet alleen iets zijn voor de rijkeren onder ons. Iedereen heeft baat bij een gelijke verdeling van werk- en zorgtaken tussen mannen en vrouwen. Daarom moet dit kabinet zorgen dat alle inkomens daadwerkelijk toegang hebben tot verlof en kinderopvang.”