Demissionair minister Koolmees van Sociale Zaken heeft onlangs een brief naar de Kamer gestuurd met daarin een kabinetsreactie op het recent verschenen onderzoek naar het stoppen met werken na 45 arbeidsjaren. Een publiek gefinancierde regeling om te stoppen na 45 dienstjaren kan één van de mogelijke, definitieve regelingen worden om eerder met pensioen te gaan.
Sinds 1 januari 2021 geldt een tijdelijke RVU-regeling om eerder met pensioen te gaan. Deze regeling biedt de mogelijkheid om tot 3 jaar eerder te stoppen met werken voor mensen die uiterlijk 31 december 2028 de AOW-gerechtige leeftijd behalen. Deze tijdelijke regeling is afgesproken in het Pensioenakkoord, maar het is noodzakelijk dat er straks een definitieve regeling komt.
De minister geeft in de brief aan dat het nu tijd is om verder met vakbonden en werkgevers na te denken over toekomstige oplossingen. Hierbij zal gebruik gemaakt worden van de huidige ervaringen met de RVU-regeling en de uitkomsten van het onderzoek naar stoppen na 45 arbeidsjaren.
De FNV denkt dat er veel politiek draagvlak is voor een definitieve eerder met pensioen regeling, maar het vinden van de juiste oplossing zal niet eenvoudig zijn. De inzet van de FNV is dat er een publiek gefinancierde regeling moet komen om eerder te kunnen stoppen met werken voor mensen met veel arbeidsjaren en/of zwaar werk. Tevens moeten aanvullende sectorale afspraken gemaakt kunnen worden zonder dat daarbij sprake is van een RVU-boete op de uitkering.