Het is nu tijd voor een stevige investering in een sociaal en duurzaam herstel van de Nederlandse samenleving. Dat betekent investeren in meer vaste banen, eerlijke lonen en betere sociale zekerheid. In sterke en vitale publieke sectoren en een eerlijke, rechtvaardige lastenverdeling. Met die agenda trekt vakbond FNV de komende tijd richting werkgevers en politiek.
De FNV wil voor de korte termijn dat het noodpakket wordt verlengd tot het eind van het jaar, met ruimere inkomensondersteuning voor mensen die nu nog steeds tussen wal en schip vallen. En er moet een plaatsmakersregeling komen voor bedrijven en sectoren die - ondanks de noodsteun - toch moeten reorganiseren. Oudere werknemers kunnen dan iets eerder met pensioen en zo kunnen banen voor jongeren behouden blijven. Voor de middellange termijn moet worden ingezet op het herstel en daar zijn nu langdurig, forse investeringen voor nodig.
Tuur Elzinga, voorzitter FNV: ‘Dit is onze agenda, hier maken wij ons hard voor. Decentraal bij werkgevers in bedrijven en organisaties, en centraal in Den Haag. Veel mensen zijn hiervoor al met ons in actie gekomen. In verkiezingstijd hebben de meeste partijen al meer vaste banen en een hoger minimumloon beloofd. Nu moeten deze beloftes ook worden nagekomen.’
Als de coronacrisis iets heeft laten zien, is het dat mensen met onzeker werk de hardste klappen hebben gekregen. Volgens de FNV hebben ondernemers lange tijd en op grote schaal kosten en risico’s afgewenteld op werknemers. Dat is onhoudbaar gebleken. En net als na de vorige crisis, de financiële crisis, heeft de staat een groot deel van de crisisrekening voorgeschoten. Deze moet nu wél eerlijk worden terugbetaald.
Elzinga: ‘Jaarlijks ontwijken grote ondernemingen vele miljarden aan belastingen en betalen ze te weinig belastingen en premies door mensen met onzekere en onderbetaalde contracten te laten werken. Nu zijn er miljarden aan noodsteun uitgetrokken. Maar bedrijven die dividend aan aandeelhouders kunnen betalen of bonussen aan de top, hebben geen noodsteun nodig. En bedrijven die ook in crisistijd grote winsten maken, mogen via een coronaheffing wel wat extra teruggeven aan de samenleving.’
Na de vorige crisis is er veel bezuinigd op wat nu vitale sectoren blijken te zijn. En er is bezuinigd op werkzekerheid en sociale zekerheid van mensen en dus op hun inkomenszekerheid. Dat leidt tot grote maatschappelijke problemen. De FNV vindt daarom dat er juist moet worden geïnvesteerd om sociaal uit de crisis te komen. Volgens de vakbond zou in een herstelagenda sterke vitale sectoren en eerlijk werk voor iedereen voorop moeten staan. Dat moet zekerheid, zeggenschap en een leefbaar loon bieden. Het minimumloon moet omhoog naar 14 euro per uur, met daaraan gekoppeld een stijging van de AOW en van uitkeringen. En de sociale zekerheid moet worden gerepareerd, want in deze onzekere tijden moeten we zorgen voor goede vangnetten. Zo wil de vakbond onder andere een verlenging van de kortdurende WW.
Volgens de FNV is het noodzakelijke herstel gebaat bij het met werkgevers bespreken van oplossingen, ook aan de cao-tafel. Daarom gaan FNV-bestuurders ook met werkgevers in verschillende sectoren in gesprek om te vragen of ze bereid zijn samen met de vakbond oplossingen te vinden voor een eerlijke arbeidsmarkt. Dat zou in een (deels) gezamenlijk herstelplan kunnen resulteren.