De SER heeft vandaag een verkenning gepubliceerd naar een markt voor persoonlijke dienstverlening. Die markt bestaat uit werkzaamheden rondom het huishouden, zoals schoonmaken, tuinonderhoud en dergelijke. De SER constateert in deze verkenning dat de huidige situatie tekortkomingen kent, met name op het punt van arbeidsvoorwaarden en sociale zekerheid voor de huishoudelijk werkers.
Zakaria Boufangacha, dagelijks bestuurder FNV: ‘Huishoudelijk werkers zijn uitgezonderd van toegang tot sociale zekerheid in het burgerlijk wetboek. Zo hebben ze geen recht op doorbetaling bij langdurige ziekte, geen recht op WW na ontslag en bouwen ze geen pensioen op. In deze coronacrisis zijn huishoudelijk werkers door de mazen van het vangnet gevallen. Na de lockdown viel hun inkomen weg en konden ze nergens aanspraak op maken.’
In de Verkenning doet de SER de aanbeveling aan de overheid om net als landen als Frankrijk en Zweden te werken aan een formele markt voor persoonlijke dienstverlening waarbij de sociale zekerheid van werknemers op deze markt moet verbeteren. De SER ziet voordelen in het ontwikkelen van een dergelijke markt omdat het groepen op de arbeidsmarkt kan helpen: door het uitbesteden van taken kunnen mensen werk en privé beter combineren. Bovendien kan deze markt er voor zorgen dat er werkgelegenheid ontstaat en de voorwaarden voor dit werk verbeterd worden.
Boufangacha: ‘Huishoudelijk werkers horen dezelfde rechten te hebben als andere werknemers. Zij doen belangrijk werk waardoor de samenleving en de economie kan blijven draaien. Daarom roepen wij dit kabinet op om een einde te maken aan de uitzonderingspositie van huishoudelijk werkers en hen ook recht te geven op basale zaken als doorbetaling bij ziekte en inkomenszekerheid bij verlies van werk.’
In 2011 stemde de ILO in met een verdrag waarbij huishoudelijk werkers dezelfde rechten zouden moeten krijgen als alle andere werknemers. Nederland stemde in 2011 voor dit verdrag, maar heeft het verdrag niet geratificeerd. Eerder werd Nederland al op de vingers getikt door de VN commissie die rapporteert over het VN Vrouwenverdrag. Omdat vooral vrouwen werkzaam zijn als huishoudelijk werker en een slechtere arbeidspositie hebben, is er volgens de VN sprake van discriminatie op grond van geslacht.
In april stuurde de FNV een brief aan minister Koolmees om de positie van huishoudelijk werkers te verbeteren.
Voor persbericht SER zie www.ser.nl