Vanaf vandaag zijn de UWV-steunloketten open. Bedrijven kunnen steun aanvragen om de klap van de coronacrisis voor werknemers op te vangen, zodat zij zekerheid van inkomen houden. Het is nu aan werkgevers om die steun ook echt voor al hun werknemers aan te vragen. Maar de FNV ziet dat tienduizenden mensen op dit moment hun baan al zijn kwijtgeraakt en de banen van nog eens 800.000 mensen op het spel staan.
Dat blijkt onder andere uit meldingen van FNV-bestuurders overal uit het land. Met name mensen met onzekere contracten worden massaal op straat gezet door werkgevers, waaronder veel uitzendbureaus. Werkgevers roepen mensen met een oproep- of 0-uren contract niet meer op. Ook van mensen waarvan het tijdelijke contract afloopt of die in hun proeftijd zitten wordt afscheid genomen. Dit gebeurt, terwijl de Tijdelijk Noodmaatregel Overbrugging Werkgelegenheid (NOW) uitdrukkelijk ook voor hen bedoeld is.
Zakaria Boufangacha, coördinator arbeidsvoorwaardenbeleid: ‘Het is triest om te zien hoe makkelijk werkgevers afscheid nemen van mensen waar zij de overheidssteun óók voor kunnen aanvragen. Ik begrijp dat bedrijven soms in paniek zijn, maar de overheid heeft een goed steunpakket gelanceerd waarin 90% van de loonkosten en ook nog eens een flink deel van het vakantiegeld, pensioen en sociale premies worden betaald. Werkgevers, houd deze mensen dus in dienst of neem ze weer in dienst, tenminste voor de duur van die steunmaatregelen.’
Er zijn miljarden euro’s beschikbaar om ook mensen met onzekere contracten de komende maanden zekerheid van inkomen te geven. Toch laten bijvoorbeeld KLM, VDL Nedcar, Qbuzz en uitzendbureaus als Randstad, Olympia en Adecco het op dat terrein afweten.
Boufangacha: ‘Natuurlijk moeten we samen door deze crisis heen komen. Tegelijk wil ik werkgevers oproepen, hun verantwoordelijkheid te nemen en ervoor te zorgen dat het geld ook bij deze groepen terechtkomt. Veel werkgevers lijken het algemeen belang van de kabinetsmaatregelen te vergeten. Daardoor dreigen er honderdduizenden gezinnen in armoede te vervallen. Dat heeft ook gevolgen voor de economie, want zij hebben flink minder te besteden. Gelukkig zijn er ook goede voorbeelden.’
Er zijn ook werkgevers die wél hun verantwoordelijkheid nemen en steun aanvragen voor de mensen met onzekere contracten, al of niet door druk van FNV, zoals Primark (ontslaat mensen in proeftijd niet), Transavia en DAF.
Er werken zo’n 425.000 mensen op oproep- en 0-urenbasis. Daarbij komen 227.600 uitzendkrachten in de eerste anderhalf jaar van hun uitzendwerk, waar elke dag afscheid van ze genomen kan worden. Dan zijn er nog 64.500 mensen waarvan het tijdelijk contract afloopt en 100.000 mensen zitten in hun proeftijd. Dit zijn alles bij elkaar zo’n 800.000 mensen. Zij lopen het risico hun baan te verliezen.
Ook zijn er zogenaamde zelfstandigen, zoals platformwerkers in de horeca, maaltijdbezorgers, schoonmakers en taxichauffeurs die niet aan de urennorm (24 uur/week) voldoen en/of geen inschrijving hebben bij de Kamer van Koophandel. De FNV schat deze groep op vele tienduizenden mensen. Zij vallen buiten elke regeling.
Boufangacha: ‘Juist werkgevers die jarenlang bewust de meest goedkope arbeidsconstructies hebben gekozen, nemen nu afscheid van mensen in deze kwetsbare positie. En dat is heel wrang.’