Transportbedrijven en opdrachtgevers in het wegtransport misbruiken Covid-19 om buitenlandse vrachtwagenchauffeurs nog meer uit te buiten dan dat ze al deden. Transportkosten en lonen worden verlaagd, arbeidsomstandigheden verslechteren en er wordt op grote schaal gefraudeerd met rij- en rusttijden.
Dit heeft oneerlijke concurrentie tot gevolg, brengt de verkeersveiligheid in gevaar en ondermijnt de rechtsorde op de Europese wegen. Het gaat zelfs zo ver dat chauffeurs worden bedreigd met geweld en financiële sancties opgelegd krijgen als ze niet gaan rijden.
Dit zijn de conclusies van internationaal onderzoek dat is uitgevoerd door FNV- Stichting VNB in samenwerking met de internationale transport- en voedingsbondfederaties ITF en IUF. Vandaag publiceerden de bonden het onderzoeksrapport, een analyse van het verschil in handhaving in Nederland en België en een documentairefilm.
Het onderzoek toont daarnaast dat het aantal chauffeurs waarbij het vermoeden van arbeidsuitbuiting bestaat, een groeiend probleem is. Bedrijven werven chauffeurs in landen als Oekraïne, Wit-Rusland, Oezbekistan en de Filipijnen. Ze geven deze chauffeurs Oost-Europese contracten en lonen, maar het werk vindt plaats in West-Europa. Chauffeurs worden daarbij gedwongen om contracten te ondertekenen in een taal die ze niet beheersen. In toenemende mate ziet FNV-VNB dat er ook trainingscertificaten worden verstrekt zonder dat dat chauffeurs ooit een training gevolgd hebben. Bedrijven laten chauffeurs letterlijk ‘leven’ in hun vrachtauto’s, waar ze vaak maanden in bivakkeren zonder dat ze genoeg loon ontvangen.
Tuur Elzinga, vicevoorzitter van FNV: ‘Deze uitbuiting in het wegtransport moet stoppen. Niet alleen voor de chauffeurs die dit overkomt, maar ook voor alle chauffeurs en werkgevers die wel de wetten en regels respecteren en hiermee worden hiermee oneerlijk en onwettelijk beconcurreerd worden. Als FNV nemen we onze verantwoordelijkheid om dit te onderzoeken en openbaar te maken. Het is nu tijd voor handhaving en multinationals moeten hun verantwoordelijkheid nemen voor al het vervoer in de keten en in de keuze voor de bedrijven die hun goederen vervoeren.’
Hoewel de regels duidelijk en afdwingbaar zijn, weten bedrijven dat ze vrijwel ongestraft wegkomen met hun illegale praktijken omdat er vrijwel geen controles plaatsvinden. Chauffeurs worden geïnstrueerd weg te blijven uit landen waar wel actief gehandhaafd wordt.
FNV-VNB vergeleek de handhaving in Nederland en België. In 2018 nam de voltallige Tweede Kamer een motie aan waarin de minister opdracht kreeg om het verbod op de weekendrust in de cabine net als in België te gaan handhaven. Dit om chauffeurs te beschermen tegen kwaadwillende werkgevers, de verkeersveiligheid te bevorderen en oneerlijke concurrentie tegen te gaan. De trieste conclusie is dat er maar een paar boetes zijn uitgedeeld.
Edwin Atema van FNV-VNB: ’Niet alleen de conclusies van wat bedrijven doen zijn schokkend. Het is eigenlijk nog schokkender dat bedrijven hun uitgebuite chauffeurs nog altijd vanuit België naar Nederland sturen omdat hier geen controles zijn. We hebben in de laatste maanden goed samengewerkt met de Belgische inspectiediensten en in alle zaken hebben die, ondanks hun beperkte menskracht, voortvarend opgetreden. Daarmee hebben we goed zicht gekregen op de Belgische aanpak en dat inspireert’.
Het volledige rapport: 'De Pandemie in het wegtransport' is hier te lezen.