De Black Lives Matter-beweging groeide dit jaar internationaal, toen in mei George Floyd in Minneapolis werd gedood. Mondiaal FNV zet zich in voor bestrijding van discriminatie van werkenden en steunt partners wereldwijd hierin. Maar deze partners hebben ook te maken met andere vormen van mensenrechtenschendingen. Mondiaal FNV zoomt in op landen waar discriminatie eveneens aan de orde van de dag is. Zoals in India.
Discriminatie van Dalits, de ´onaanraakbaren´ aan de onderkant van het kastesysteem, en de achterstelling van Adivasi, de inheemse volken in India, is al heel oud (zie ook de achtergrondinformatie hieronder).
Dalits staan onderaan het Indiase kastenstelsel. Ze worden in India (maar ook in Nepal) met de nek aangekeken, vernederd, ‘onrein’ of ‘onaanraakbaar’ verklaard en verbannen uit het sociale en religieuze leven. Ze blijven vaker ongeschoold, worden uitgebuit, tot (kind)slaaf gemaakt, verkracht, in elkaar geslagen of vermoord. En dat alleen omdat ze ‘Dalit’ zijn. Ze worden veelal gezien als mindere mensen, (ritueel) onrein en dus onaanraakbaar voor mensen uit een andere kaste. Dit heeft tot gevolg dat Dalits vaak nog steeds niet door de hoofdstraat van het dorp mogen lopen of fietsen, of alleen als ze hun sandalen uittrekken. Ze wonen gescheiden van de hogere kasten aan de andere kant van het dorp, ze mogen de tempels niet betreden en bij theestalletjes zijn er voor de Dalits aparte (wegwerp)kopjes en borden.
Adivasi-gemeenschappen behoren tot de oorspronkelijke bewoners van India. Ze leven vaak in stamverband. De meeste stammen wonen in ontoegankelijke heuvelachtige of bergachtige dichtbeboste gebieden, wat een van de redenen is waarom de overheid ze van weinig politiek en economisch belang vindt. De meeste Adivasi behoren tot de economische en maatschappelijke onderlaag van de Indiase samenleving. Ze hebben te maken met vooroordelen, discriminatie en geweld van andere bevolkingsgroepen. Dalits en Adivasi vormen ongeveer een kwart van de Indiase bevolking.
Dalits en Adivasi vormen samen ruim een kwart van de bevolking. Onder invloed van Covid-19 wordt die discriminatie nog intenser en pijnlijker. Hun positie is nog meer verslechterd nu zelfs enkele leiders van de regerende Bharatiya Janata-partij Dalits openlijk de schuld geven van de verspreiding van het coronavirus. Op 25 mei suggereerde de eerste minister van de dichtbevolkte deelstaat Uttar Pradesh, Yogi Adityanath, die ook een hindoeïstische priester is, dat migrerende arbeiders die naar zijn staat terugkeerden drager waren van COVID-19. Hij voegde er aan toe dat het merendeel van hen Dalits waren. Oppositieleiders waren er snel bij om de opmerkingen van Adityanath te veroordelen, maar president Modi en zijn nationale regering waren oorverdovend stil over dit onderwerp.. Door deze uitspraak en de al bestaande vooroordelen konden migrantwerkers die Dalits waren en naar huis trokken - vaak te voet – op weinig hulp van anderen rekenen.
Discriminatie en mishandeling van Dalits en Adivasi zit heel diep in het Indiase systeem. Dit blijkt ook uit een van de jongste voorvallen in India, waarbij een 19-jarige Dalit-vrouw in Utter Pradesh door meerdere mannen uit een hogere kaste zwaar werd mishandeld en verkracht. Ze overleed later in een ziekenhuis. Haar familie werd niet bij haar toegelaten in het ziekenhuis en agenten verbrandden haar lichaam om alle sporen uit te wissen. Het is een exemplarisch voorbeeld van het gemak waarmee de rechten van de laagste klassen worden ontnomen.
Verontwaardiging over deze misdaad is gelukkig ook te lezen. De onafhankelijke nieuwswebsite The Print schreef: ‘In Uttar Pradesh van eerste minister Yogi Adityanath komt een giftig machtsspel weer terug (…) Deze cocktail van mannelijkheid uit de hogere kaste, de brute kracht van de politie en vele regressieve reacties op de misdaad draagt eraan bij dat decennia van strijd op het gebied van sociale rechtvaardigheid terug wordt gedraaid.’
Mondiaal FNV werkt samen met een Indiase landarbeidersvakbond . De voorman van deze bond, kent de verhalen als geen ander. 45% van de leden is Dalit, 30% Adivasi. “We hebben een aparte secretaris voor Adivasi en een aparte voor Dalits. Daardoor kunnen we goed monitoren en hulp op maat bieden”, vertelt hij. “Adivasis leven voornamelijk in de bossen, onder hen zijn weinig mensen geïnfecteerd door het corona-virus. In economische zin hebben ze wel veel last van de situatie. Ze komen een keer per week uit de bossen voor de weekmarkt, om hun producten te verkopen en zelf basisbehoeften te kopen. Deze weekmarkten waren tijdens de lockdown verboden, alles lag stil. Ze leden dus honger.”
Dalits werken overal, zijn vaak migrantwerkers in grote steden. “Zij lopen, net als anderen, risico op infectie. Vooral door ziekenhuizen worden ze gediscrimineerd. De overheid heeft extra bedden geregeld, onder andere in hotels. Als Dalits naar ziekenhuizen gaan, horen ze: ‘We hebben geen bedden meer. Alles is vol.’ Daarna komt er een ander en blijkt er nog wel een bed te zijn. Dalits worden dan ook weggejaagd door politie of individuen.”
Worden ze wel opgenomen door een ziekenhuis, dan krijgen ze vaak goedkope maaltijden. “De overheid betaalt 500 roepies (€ 5,80) per dag voor een zieke, maar zij krijgen maaltijden van 200 roepies (€ 2,30), met weinig calorieën. Dit druist in tegen de grondwet, waarin iedereen gelijk is. Als excuus voert een ziekenhuis aan dat ze lichte en ernstig zieke patiënten scheiden en dat die zwaar zieken betere maaltijden nodig hebben. Je weet dat dit niet waar is, maar deze manier van discrimineren is ongrijpbaar.”
Gerard Oonk, ambassadeur van het International Dalit Solidarity Network (IDSN), noemt het “heel fascinerend” dat de Black Lives Matter-beweging in de laatsten maanden zo sterk is gegroeid, maar dat India er nog niet in slaagt om dit een thema te maken dat hoog op de agenda staat. “Terwijl alle bestaande vormen van uitbuiting en ongelijkheid onder informeel werkenden,90% van alle werkenden, worden versterkt door corona. Door de overheid wordt heel weinig gedaan om dit tegen te gaan, behalve wat voedselhulp hier en daar. Uit onderzoek komt naar voren dat de laagste kasten drie keer zo vaak hun baan hebben verloren na de lockdown als de hogere kasten.”
Hij wijst ook op een onderzoek dat het Amerikaanse onderzoeksbureau Bloomberg in augustus publiceerde. Daaruit blijkt dat 80% van de binnenlandse arbeidsmigranten stelt dat ze geen financiële hulp te hebben ontvangen en 44% geen voedselhulp. Die hulp kwam vaker van vakbonden en andere lokale organisaties dan van de overheid. Vooral vrouwen worden zwaar getroffen omdat ze vaak verantwoordelijk zijn voor het verzamelen van voedsel en water. Sommige migranten die terugkeerden naar hun dorp zeiden dat ze urenlang moesten wachten bij de dorpskraan omdat gezinnen uit de hogere kasten eerst toegang krijgen. “Zo’n groep heeft het al heel zwaar, maar krijgt het nu extra voor de kiezen.”
Volgens de Indiase Grondwet is iedereen gelijk, maar het kastenstelsel oftewel de ´kaste-apartheid´ zit nog diep in alle maatschappelijke verhoudingen, constateert Oonk. De grondwet heeft wel tot een aantal wetten en programma´s geleid, maar die hebben het probleem niet structureel aangepakt. “Dat komt omdat er geen breed gedeelde overtuiging is om die kaste-ongelijkheid nu eindelijk eens aan te pakken. De hogere kasten en rijkeren zijn niet echt geïnteresseerd en mede daarom ook de regering niet. Er is geen ‘heilig vuur’ om dit gezamenlijk aan te pakken, zoals bij de Black Lives Matter-beweging, waar nu ook witte mensen meestrijden.”
Wat ook niet helpt, denkt Oonk, is dat onder de huidige president Modi de persvrijheid wordt beknot. “Een aantal jaren geleden heerste er veel meer openheid om over de laagste kasten en discriminatie te publiceren. Tegenwoordig schrijven de Indiase kranten vooral voor de middenklasse. Iedereen die zich kritisch opstelt, krijgt op internet te maken met een trollenleger en/of een advertentieboycot. Dat schrikt mensen af.”
De Indiase overheid is zich zeker bewust van de discriminatie van de lagere kasten, stelt Oonk, evenals de VN. “Elke VN-rapporteur heeft wel een rapport geschreven over de positie van Dalits. Desondanks verdomt de regering dit op te pakken. Er bestaat wel een wet tegen wreedheden tegen Dalits, maar er worden maar heel weinig aangiftes gedaan, die leiden tot nog veel minder veroordelingen. Wat we vanuit hier kunnen doen, is erover blijven publiceren en de politiek er op aanspreken’’. In de meeste deelstaten zijn er wel Dalit-bewegingen, die soms samenwerken met een lokale overheid. Er zijn heel veel initiatieven, maar niet onder één vlag. Als er een brede gezamenlijke beweging ontstaat, zou je een gezamenlijk doel moeten kunnen bereiken.”
De landarbeidersbond is in staat om wel direct hulp te bieden aan beide groepen. “We stimuleren nu Adivasi om voedselhulp te claimen. Iedere inwoner heeft recht op 5 kilo rijst, 1 liter olie en 1 kilo suiker, elke 15 dagen. Adivasi hebben een hele dag nodig om die rijst op te halen en moeten de kilo’s ook nog dragen. Onze vakbondsmensen coördineren nu deze voedselhulp, en proberen transport te regelen. De overheid geeft ze 1000 roepies (€ 11,58) per maand. We eisen nu 5000 roepies, omdat ze heel vaak leningen moeten aangaan met woekerrentes. Dat kan, want het geld dat de overheid heeft gereserveerd voor het 100-dagen-programma (elke dorpsbewoner heeft recht op 100 dagen werk tegen het minimumloon), is tijdens de lockdown niet besteed.”
Deze eis geldt natuurlijk ook voor de Dalits. Daarnaast onderhandelt de landarbeidersbond over uitbreiden van het 100-dagen-programma naar 250 dagen. “Dit is van levensbelang, omdat veel mensen aan het begin van de lockdown zijn teruggekeerd uit de stad naar hun dorp. Daarnaast onderhandelen we over het minimumloon, dat nu op 6000 roepies (€ 69,50) per maand staat, terwijl de overheid voor de laagste banen in hun organisatie 18.000 roepies (€ 208,50) betaalt. Het minimumloon is op dit moment 230 roepies (€ 2,65) per dag, we willen naar 620 (€ 7,90) per dag. Dat lijkt ambitieus, maar als je naar de prijsinflatie kijkt, kom je nog uit op een krap leefbaar loon.”
Tekst: Astrid van Unen