Bangladesh gaat voortaan zelf de inspecties doen op zijn kledingfabrieken. De nieuwe raad, die sinds 1 juni aan de slag is, volgt het Accord on Fire and Building Safety op. Accord was onder leiding van de internationale sectorbond IndustriALL opgezet, nadat ruim 1100 werknemers in 2013 waren gedood door instorting van het fabrieksgebouw Rana Plaza.
De RMG Sustainability Council (RSC) heet de nieuwe raad. RMG is de Engelse afkorting van confectiekleding. Deze raad is opgericht door fabrikanten van confectiekleding, wereldwijde kledingmerken en retailers, internationale vakbonden en lokale vakbonden in Bangladesh. “Dit is zeker een belangrijke stap”, zegt beleidsmedewerker van Mondiaal FNV Ruben Korevaar, die de ontwikkelingen in Bangladesh al lang op de voet volgt. “Accord werd door velen gevoeld als van bovenaf door de strot geduwd. Niet zo zeer vanwege de uitgangspunten als wel dat de verantwoordelijkheid buiten Bangladesh lag. Nu met de RSC is dat verantwoordelijkheidsgevoel er wel. Zo wordt dat ook wel bij een aantal van onze partners gezien.”
In het begin zal de RSC de veiligheidsprogramma’s op de werkplek monitoren in de ruim 1600 confectiefabrieken die onder Accord vielen. De bedoeling is uiteindelijk alle confectie-exporterende kledingfabrieken te controleren. De RSC ‘streeft ernaar om ook de arbeidsverhoudingen en milieunormen mee te nemen in de inspecties’, zo staat in hun persbericht te lezen. De Bengaalse overheid leidt de inspecteurs op en neemt de naleving van de afspraken voor zijn rekening.
Er zal niet veel veranderen, denkt Raisul Islam Khan, onderzoeker en campagneleider bij IndustriALL, de internationale sectorbond met wie Mondiaal FNV in dit proces nauw samenwerkt. “De RSC zal de ingeslagen weg blijven volgen.” Van de 1645 bedrijven die onder Accord vallen, inclusief hun nevenvestigingen, zijn nu ruim 2100 gebouwen geïnspecteerd. Khan: “Meer dan 91 procent is begonnen met sanering of heeft dit voltooid. Dan gaat het vooral om brandveiligheid en andere veiligheidsmaatregelen. Het zijn dure aanpassingen; eigenaren kunnen niet altijd onmiddellijk geld vrijmaken."
Andere successen van Accord zijn de oprichting van veiligheidscomités en het geven van veiligheidstrainingen aan alle werknemers die onder dit akkoord vallen. “Inmiddels zijn 1,8 miljoen werknemers geïnformeerd over belangrijke veiligheidsnormen”, licht Kahn toe. “311 veiligheidscomités hebben de training voltooid.” Ook het klachtensysteem heeft een steeds grotere plaats gekregen. Sinds de oprichting van Accord zijn meer dan 1000 klachten verwerkt. Khan: “Het klachtenmechanisme werkt goed. In 2014 waren er 14 klachten, in 2020 al meer dan 700. Je ziet dat naarmate de werknemers meer bewust worden, ze gemakkelijker voor zichzelf opkomen.”
Zonder vakbonden was het in de kledingsector in Bangladesh nooit zover gekomen, is Khan’s stellige overtuiging. “De Bengaalse regering en de fabriekseigenaren wilden in 2018 Accord afronden. We hebben hard moeten vechten voor dit proces en de uiteindelijke overdracht naar de RSC. Die strijd heeft er ook toe bijgedragen dat de vakbonden vrijer zijn geworden en de werknemers mondiger.”
De internationale kledingmerken zijn eveneens tevreden met het proces. Roger Hubert, H&M en merkvertegenwoordiger in de Raad van Bestuur van de nieuwe raad: “Met de oprichting van de RSC kunnen merken doorgaan met het nakomen van hun verantwoordelijkheden in de toeleveringsketen, waaraan ze zich eerder hebben verbonden na een akkoord met de vakbonden. De RSC garandeert dat de veiligheid op de werkplek in de gehele Bengaalse kledingtoeleveringsketen zal worden aangepakt.”
De kledingindustrie beleeft op dit moment ongekende tijden met de COVID-19-pandemie. Het rondwarende virus heeft een dramatische impact gehad op de kledingindustrie in Bangladesh en alle mensen die bij de industrie zijn aangesloten. Volgens de Bengaalse brancheorganisatie BGMEA hebben buitenlandse kledingmerken voor 3,19 miljard Amerikaanse dollar aan lopende orders gecanceld. Dit trof 1142 fabrieken met 2,16 miljoen werknemers. Lokale media melden dat meer dan een miljoen werknemers hun baan al kwijt zijn. Een onderzoek van Brac University laat zien dat 47% van de kledingwerkers nog op geld zit te wachten en vreest voor hun baan in de nabije toekomst. ‘De raad dringt er verder bij alle heropende kledingfabrieken op aan de nodige maatregelen te nemen om blootstelling aan het coronavirus tot het minimum te beperken’, aldus de RSC in een persverklaring.
Tekst: Astrid van Unen