De vakbond voor werknemers in de kolenmijnbouw Sintracarbón, partner van Mondiaal FNV, is in een felle strijd verwikkeld met de mijn Cerrejón in Colombia. De steenkoolmijn wil opgebouwde rechten terugdraaien en een ploegendienst invoeren die door werknemers de ‘ploegendienst van de dood’ wordt genoemd. Steun hun strijd en teken de online actie van LabourStart.
Fotografie door Tanenhaus via Wikimedia Commons
In zenuwachtige spanning wachten de vakbondsleden van Sintracarbón in Colombia af. Krijgt het ministerie van Arbeid mijnbouwbedrijf Cerrejón zo ver om met de bonden te gaan overleggen over een oplossing? Sintracarbón (4500 leden waarvan het merendeel werkt voor Cerrejón) staakt al sinds 1 september en de stakingskas is vrijwel leeg. Vrijwilligers in tenten nabij de mijn in Colombia’s kurkdroge noordoostelijke schiereiland Guajira voorzien de stakers van eten en goede moed.
De inzet is hoog: het afwentelen van wat in de volksmond de ‘ploegendienst van de dood’ is gaan heten. Zeven dagen twaalf uur lang werken, drie dagen rust, zeven dagen twaalf uur lang werken, vier dagen rust. Dit loodzware schema van 7-3 en 7-4 heeft Cerrejón ingevoerd. In plaats van 2-1 en 2-3: twee dagen twaalf uur lang werken, één dag rust en twee dagen twaalf uur werken, drie dagen rust. “Wat wij in vier dagen moeten werken, doet de rest van Colombia in zes”, verzucht Igor Díaz, voorzitter van Sintracarbón, bitter. Het werkschema van 2-1 en 2-3 is een verworvenheid van de jaren negentig, verklaart hij. “Toen hebben we er ook keihard voor moeten knokken. Er werden elf collega’s ontslagen.”
De pandemie is hét argument voor Cerrejón om het werkschema te veranderen en daarmee samenhangend circa 2500 mensen te ontslaan. Dat is ongeveer een kwart van alle mensen (vast en uitbesteed). De vraag naar steenkool is gezakt en de prijzen zijn gedaald. Maar voor de stakers telt maar één ding: gezondheid en veiligheid voor de mensen. Zeven dagen lang twaalf uur werken is daarmee volledig in strijd.
Sintracarbón was het bedrijf al tegemoetgekomen door gesprekken over de nieuwe cao uit te stellen in februari, vanwege de coronacrisis.
Nu dreigen de werknemers deze rechten definitief te verliezen. Bovendien wil Cerrejón ook snijden in al verworven rechten. Geen contracten voor onbepaalde tijd meer en geen vergoeding voor het transport van werknemers uit steden buiten de regio waar de mijn ligt. Ook wil het mijnbedrijf steun aan onderwijs van kinderen van werknemers en verenigingen van gepensioneerden intrekken, en toeslagen zoals vakantiegeld en een bonus voor de kerstdagen schrappen. De lonen, die in 2020 werden aangepast aan de inflatie, wil Cerrejón voor drie jaar bevriezen.
Díaz: “De regering heeft grote bedrijven als Cerrejón financiële bijstand verleend. Daar mag vanuit het bedrijf voor de werknemers dan wel wat tegenover staan.” Sintracarbón wil dat de ploegendienst van de dood wordt uitgesteld. Tenminste totdat er een onafhankelijk onderzoek is gedaan naar de gevolgen voor de gezondheid van de werknemers en de financiën van het bedrijf.
Het ministerie van Arbeid heeft al twee keer geprobeerd het bedrijf naar de onderhandelingstafel met de bonden te krijgen, met het ministerie als bemiddelaar. Tevergeefs. Op dit moment wordt er een derde poging gedaan. De stakers, die het water aan de lippen staat, leven tussen hoop en vrees. Igor Díaz heeft hoop: “Het ministerie heeft opnieuw, maar met meer details naar beide partijen geluisterd en heeft nu meer elementen tot beschikking om de gesprekken richting te geven. We wachten nu op de oproep van de minister aan beide partijen en hopen dat dat zo spoedig mogelijk is.”
Inmiddels zijn Sintracarbón en de internationale industriebond IndustriALL een campagne gestart op LabourStart ter ondersteuning van de mijnwerkers. De ondertekenaars vragen Cerrejón af te zien van de ploegendienst van de dood en opnieuw de onderhandelingen aan te gaan.