“Ik vind het werk bij waterschappen geweldig. Het is een uitvoeringsorganisatie; we zijn altijd concreet bezig. Als beleidsadviseur werk ik aan plannen die we direct in de praktijk uitvoeren. Onze taken – van waterbeheer tot dijkonderhoud en waterzuivering – hebben een direct effect op de veiligheid en leefbaarheid van Nederland. Dat maakt het werk heel bevredigend.”
“Een van de grootste uitdagingen is de constante verandering, vooral in de natuurwetgeving. We hebben te maken met grote opgaven op het gebied van waterkwaliteit en natuurherstel. Dat maakt het werk uitdagend, maar ook heel dynamisch. Daarnaast is de werkdruk hoog. Er zijn te weinig gekwalificeerde mensen om al het werk aan te kunnen, terwijl de taken toenemen. We willen wel, maar het is moeilijk om het werk goed te verdelen.”
"We zijn gewend geraakt aan het idee dat sommige diensten niet meer vanzelfsprekend zijn. Veel essentiële diensten horen gewoon in publieke handen.”
“Wij heffen onze eigen belastingen, dus in eerste instantie hebben we geen directe last van bezuinigingen op ambtenaren. Maar bij cao-onderhandelingen krijgen we daar wel mee te maken. Als de rest van de publieke sector de nullijn volgt, wordt er ook van ons verwacht dat we daarin meegaan. Dit maakt het lastig om te concurreren met de markt voor gespecialiseerd personeel. Veel mensen kiezen dan toch voor projectbureaus die meer betalen.”
“De publieke sector heeft zijn waarde tijdens de coronapandemie duidelijk laten zien. We klapten voor zorgverleners en zagen hoe cruciaal deze sector is om het land draaiende te houden. Maar die waardering verdwijnt snel. Dat geldt ook voor de waterschappen. Veel mensen hebben geen idee wat wij doen. Wij zorgen voor droge voeten, veilige dijken, waterzuivering en de waterkwaliteit, maar dat werk is vaak onzichtbaar. Mensen betalen hun waterschapsbelastingen, maar weten niet altijd precies waar dat geld voor is.”
“Ik maak me zorgen over de privatisering van publieke diensten. We zijn gewend geraakt aan het idee dat sommige diensten niet meer vanzelfsprekend zijn. Denk aan openbaar vervoer, dat door privatisering steeds minder betrouwbaar is geworden. Er zijn politieke keuzes gemaakt die niet altijd in het belang van het publiek zijn. De markt reguleert zichzelf vaak niet, en als het misgaat, moet de overheid het weer opruimen. Dat moet anders. Veel essentiële diensten horen gewoon in publieke handen.”
Dit interview is een verkorte versie uit het witboek 'Sterk publiek werk' dat de FNV, AFMP, NPB, MARVER en AOb hebben opgesteld.