Vooral bij overnames en reorganisatie kan de directie geheimhouding opleggen aan de or. Daarmee verliest de or de belangrijkste informatiebron: de achterban. Ook wordt de afstemming met de vakbond en deskundigen lastiger. Hoe ga je hiermee om als or?
Volgens Wet op de Ondernemingsraden (artikel 20) moet de directie aangeven voor wie de geheimhouding precies geldt, en voor hoe lang. Als jullie de geheimhouding accepteren, dan moeten jullie je er ook aan houden. Houd je je niet aan de afspraak, dan kun je zelfs ontslagen worden!
Voordat je geheimhouding toezegt, is het verstandig om vast te stellen of dit acceptabel is. Als het bijvoorbeeld gaat over concurrentiegevoelige informatie (financiële cijfers), dan kan het redelijk zijn dat de directie geheimhouding oplegt. Over andere onderwerpen wil je misschien juist in overleg met de achterban.
Het is aan te raden om het or-overleg even te schorsen, voordat je geheimhouding toezegt. Maak over de geheimhouding de volgende afspraken:
Dwingt het bedrijf je tot (onredelijk lange) geheimhouding? Dan kun je volgens de Wet op de Ondernemingsraden in beroep gaan (WOR artikel 20 lid 7). Je kunt ook overwegen om de geheimhouding te weigeren. De directie zal het plan uiteindelijk toch aan de or moeten voorleggen.
Het kan zijn dat de informatie toch bekend blijkt te zijn in de organisatie. Dit kan via het management zijn uitgelekt. Spreek in zo'n geval meteen de directie aan. Je kunt dan ook meteen vragen om opheffing van de geheimhouding.
Heb je vragen over de ondernemingsraad (or), of personeelsvertegenwoordiging (pvt)? Bijvoorbeeld over welke rechten jouw or heeft? Of hoe je het beste in een bepaalde situatie kunt reageren als or? Stel hem aan het Or-Adviespunt.