Iedereen die zich kandidaat heeft gesteld voor de positie van Voorzitter is getoetst op geschiktheid voor de functie. Dat doen we omdat deze functie behoorlijk wat van een kandidaat vraagt.
De toetsing van alle bestuurskandidaten - en dus ook die van de voorzitter - bestaat uit twee onderdelen. Ten eerste krijgt iedere kandidaat een gesprek met een onafhankelijke toetsingscommissie. Daarnaast wordt iedere kandidaat onderworpen aan een assessment, behalve als de persoon in kwestie de betreffende functie in de vier jaar daarvoor al heeft vervuld.
Het assessment bestaat uit twee onderdelen. Een TMA-analyse (competentietest) en een capaciteitentest. Kandidaten voor het voorzitterschap moeten alle toetsingsonderdelen positief afsluiten om in aanmerking te komen voor de functie. Mocht dat voor één van de onderdelen niet het geval zijn, dan kan de kandidaat een onderbouwd verzoek doen aan het Ledenparlement om alsnog op de definitieve kandidatenlijst te worden geplaatst.
In de kandidaatprofielen is duidelijk gemaakt wat de uitkomst van het toetsingsgesprek en het assessment was. Ook de motivatie van de Toetsingscommissie om tot hun oordeel te komen is opgenomen in het kandidaatprofiel.