We staan op een kantelpunt. Miljardairs voeren al tientallen jaren een hele agressieve klassenstrijd tegen ons. En dat merken wij. Leven is f*cking duur. Wonen is alleen nog maar een recht voor rijke mensen. Klimaatrampen zijn elke zomer erger. We leven in de wildste dromen van een handjevol miljardairs. Maar het hoeft niet zo te zijn. Wij mogen méér verwachten. Wij verdienen het om zonder extra baantjes of hoge studieschuld te kunnen leven en studeren. Wij verdienen een fijne en veilige woonplek. Wij verdienen schone lucht en wij verdienen het om te zwemmen in onvervuilde meren. Wij moeten gaan terugvechten om onze eigen dromen waar te maken. Als wij niet samen - jong en oud - een krachtige vakbond bouwen zal niets veranderen. Daarvoor is het essentieel dat wij met nog veel meer jongeren zijn. En dat onze vakbond ons echt serieus neemt. Ik ben het namelijk zat om te wachten op welke wereld oudere generaties voor ons achterlaten. Laten we samen aan onze wereld gaan bouwen.

1. Iedereen verdient waardig werk: goed betaald met goede afspraken over vakantiedagen, veiligheid en extra vergoedingen. 2. Iedereen verdient het om gezond te zijn: bescherm mensen met zwaar werk en stop de vervuiling van onze werkplekken, onze lucht en onze omgeving. 3. Iedereen verdient een leefbare aarde zonder extreme hitte, droogte, overstromingen en nog veel meer klimaatrampen.

Door samen met jongeren actief te bouwen aan onze vakbond. Om een voorbeeld te geven: ik heb het FNV netwerk klimaat helpen oprichten samen met FNV’ers en jonge klimaatactivisten. Hierdoor heb ik veel verschillende mensen ontmoet, ook mensen die eigenlijk niets te maken willen hebben met klimaatactivisten. En dat begrijp ik. Ik heb veel geleerd van deze gesprekken - op Schiphol, met mensen die werken in het OV, of zelfs bankiers bij grote banken. Wanneer zij in actie komen steun ik hen. Omdat ik geloof dat we voor elkaar moeten strijden. En omdat ik weet dat samen aan iets werken de beste manier is om elkaar beter te begrijpen en van elkaar te leren.

Deze kandidaat voldoet volgens de aanbevelingscommissie aan de vastgestelde criteria en heeft daarom een aanbeveling gekregen van de aanbevelingscommissie.

Het oordeel van de aanbevelingscommissie is gebaseerd op de volgende punten: De mate waarin een aspirant-kandidaat laat zien: 1. te begrijpen wat het werk als afgevaardigde inhoudt 2. te weten welke vakbondsthema’s leven in de eigen sector (de achterban) 3. te weten hoe ruggespraak vorm te geven 4. gevoel te hebben voor sociale en maatschappelijke vraagstukken (maatschappelijk betrokken te zijn) 5. bereid te zijn de benodigde tijd te kunnen en willen besteden Indien de aanbevelingscommissie bij minimaal 3 van de 5 onderdelen van mening is dat een onderdeel in voldoende mate aanwezig is, dan heeft een kandidaat een aanbeveling.

Ik heb altijd een sterke affiniteit gehad met de vakbond, omdat ik geloof dat het belangrijk is om samen op te komen voor betere arbeidsomstandigheden en gelijke rechten. Jongeren vormen een belangrijke groep binnen de arbeidsmarkt, maar hun stem wordt vaak onvoldoende gehoord. Als lid van het Jong FNV Ledenparlement wil ik mij inzetten voor een betere vertegenwoordiging van jongeren, zodat hun specifieke zorgen en uitdagingen – zoals flexwerk, het combineren van studie en werk, en kansen op de woningmarkt – serieus worden genomen. Met mijn ervaring in het opkomen voor jongerenbelangen en mijn passie voor eerlijkheid en rechtvaardigheid, geloof ik dat ik een positieve bijdrage kan leveren aan de vakbond. Ik wil er samen met anderen voor zorgen dat jongeren een sterkere positie krijgen, zowel binnen de vakbond als op de werkvloer.

Onzekerheid op de arbeidsmarkt Veel jongeren hebben te maken met flexibele contracten, tijdelijke banen en een gebrek aan werkzekerheid. Dit zorgt voor stress en beperkte mogelijkheden om een stabiele toekomst op te bouwen. Ik wil me inzetten voor vaste contracten en betere bescherming van flexwerkers. Loon en gelijke beloning Veel jongeren verdienen nog steeds te weinig voor hun werk en ongelijke beloning tussen verschillende groepen werknemers blijft een hardnekkig probleem. Iedereen zou een eerlijk loon moeten ontvangen voor hun werk, ongeacht leeftijd, achtergrond of geslacht. Mentale gezondheid op de werkvloer Jongeren staan vaak onder druk door de hoge werkdruk, prestatiedrang en het combineren van werk met studie of andere verantwoordelijkheden. Mentale gezondheid op de werkvloer verdient meer aandacht.

Ik ga regelmatig in gesprek met collega’s en leeftijdsgenoten om te horen welke kwesties hen het meest bezighouden. Deze persoonlijke gesprekken bieden vaak waardevolle inzichten in wat er leeft op de werkvloer. Ik blijf actief op de hoogte door vakbondspublicaties, nieuwsbrieven en websites zoals die van FNV en Jong FNV te volgen. Ook houd ik ontwikkelingen in de media en sociale netwerken in de gaten, zodat ik weet welke maatschappelijke veranderingen impact hebben op de sector.

Deze kandidaat voldoet volgens de aanbevelingscommissie aan de vastgestelde criteria en heeft daarom een aanbeveling gekregen van de aanbevelingscommissie.

Het oordeel van de aanbevelingscommissie is gebaseerd op de volgende punten: De mate waarin een aspirant-kandidaat laat zien: 1. te begrijpen wat het werk als afgevaardigde inhoudt 2. te weten welke vakbondsthema’s leven in de eigen sector (de achterban) 3. te weten hoe ruggespraak vorm te geven 4. gevoel te hebben voor sociale en maatschappelijke vraagstukken (maatschappelijk betrokken te zijn) 5. bereid te zijn de benodigde tijd te kunnen en willen besteden Indien de aanbevelingscommissie bij minimaal 3 van de 5 onderdelen van mening is dat een onderdeel in voldoende mate aanwezig is, dan heeft een kandidaat een aanbeveling.

Hoi, ik ben Carlos van Eck, studeer aan de Universiteit van Amsterdam en heb me al sinds mijn 16e actief ingezet voor verschillende organisaties die strijd voeren voor betere omstandigheden van Jongeren & Studenten. Zo heb ik me ingezet voor beter Werk en Inkomen, maar ook Onderwijs, Wonen en Internationale Solidariteit. Die strijd motiveert me elke dag, gezamenlijk met jongeren, studenten en iedereen die solidair staat. Door die gezamenlijke strijd te voeren heb ik een netwerk van jongeren om mij heen; en inzichten opgebouwd over hoe jongeren in het leven staan en vertegenwoordigd moeten worden. Die ik ook wil delen en verwoorden in het nationale Ledenparlement van een van de belangrijkste organisaties in het land. Daar heb ik ook ervaring mee: Activistisch door acties te voeren tegen huisjesmelkers en voor internationale solidariteit, organisatorisch door meerderheden te bouwen in studentenraden waar we niet alle meningen deelde, en daarbuiten ook de achterban te blijven versterken.

Een jonge, diverse vakbond, een strijdbare vakbond en een internationaal solidaire vakbond. Een jonge, diverse vakbond in dat wij ons best doen om zo veel mogelijk verschillende werkende mensen aan ons te binden, en waken dat we eilandjes worden, ook binnen heel veel sectoren. Zo zijn er heel weinig jongeren georganiseerd in de supermarktenketen terwijl het wel 80% van de werknemers bedraagt. Een strijdbare vakbond die juist in deze tijd mensen weet te overtuigen en successen weet te behalen om het tij te keren. In een tijd waar wordt bezuinigd en mensen tegen elkaar worden opgezet, is het tijd voor ons om juist mensen te verbinden en samen te laten opkomen voor onze belangen. Internationale Solidariteit, omdat we in Nederland niet alleen staan tegen de macht van het kapitaal. Zo worden we in Nederland uitgespeeld tegen werknemers uit andere landen, maar worden daar ook arbeiders onderdrukt door bedrijven uit Nederland. En dat uit zich niet alleen in traditionele arbeidsrelaties...

Ik beschik over een zeer uitgebreid netwerk, zowel politiek als sociaal, als geografisch divers. Daarvan is een deel vakbondslid, maar ook velen hebben geen idee wat de vakbond voor hun betekent, terwijl ze allemaal werkgerelateerde, sociale en politieke vraagstukken hebben. Zo heb ik veel meegekregen hoe het is om op te groeien als iemand met een functiebeperking op het platteland, waardoor ook in 'goeie' tijden het uitzichtloos is om werk te vinden. Maar ook de jongeren en studenten die dagelijks op de meest minutieuze dingen worden uitgebuit op hun (bij)baan en waar de vakbond dan nog een onzichtbare factor is, vaak omdat ze het simpelweg niet weten. Studenten die in de (financiële) stress komen omdat ze worden geconfronteerd met nominaal hun studie halen en een langstudeerboete. Jongeren zijn een heel diverse groep die niet één strijd voeren vaak, maar veel verschillende. Dat betekent dat je ook in veel verschillende plekken moet nestelen en bereikbaar zijn voor mensen.

Deze kandidaat voldoet volgens de aanbevelingscommissie aan de vastgestelde criteria en heeft daarom een aanbeveling gekregen van de aanbevelingscommissie.

Het oordeel van de aanbevelingscommissie is gebaseerd op de volgende punten: De mate waarin een aspirant-kandidaat laat zien: 1. te begrijpen wat het werk als afgevaardigde inhoudt 2. te weten welke vakbondsthema’s leven in de eigen sector (de achterban) 3. te weten hoe ruggespraak vorm te geven 4. gevoel te hebben voor sociale en maatschappelijke vraagstukken (maatschappelijk betrokken te zijn) 5. bereid te zijn de benodigde tijd te kunnen en willen besteden Indien de aanbevelingscommissie bij minimaal 3 van de 5 onderdelen van mening is dat een onderdeel in voldoende mate aanwezig is, dan heeft een kandidaat een aanbeveling.

Nederland begint steeds meer op een renteniersstaat te lijken, waar niet je kunnen maar je bezit beslist hoe goed je het hebt. Waar de kloof tussen oud en jong steeds groter wordt. Ik vind het belangrijk dat werken, juist voor jonge mensen, loont. Bij hun eerste 'echte' baan, maar ook op stage, tijdens de studie en bij een bijbaantje. Op mijn veertiende begon ik met mijn eerste baan om bollen te prikken in kistjes. Daarna heb ik in de horeca gewerkt, ik ben student-assistent geweest, en via een platform heb ik adviesvragen opgelost. Allemaal gebieden waar werkgevers beter voor de werknemers kunnen en moeten zorgen. Ik wil mijn eigen achtergrond inzetten in het Ledenparlement, en de stem van jongeren duidelijk laten horen.

1. Afschaffen van het jeugdloon 2. Gelijke behandeling van uitzendkrachten 3. Goede arbeidsvoorwaarden voor jongeren

Een breed netwerk in je sector is altijd handig. Zeker in een diverse sector als de jeugdsector. Daarom wil ik in gesprek blijven met andere jongeren, om te kijken tegen welke problemen zij aanlopen op het werk. Ik denk dat het belangrijkste is dat jongeren moeten opboksen op de huizenmarkt tegen babyboomers met een zak geld, en dat alleen een eerlijk salaris ze een goede kans op een huis geeft; maar ik wil ook weten welke nieuwe ontwikkelingen er zijn. Wat er nog meer leeft dan de thema's die ik al heb aangegeven. En welke blinde vlekken ik heb, zodat alle jongeren zich vertegenwoordigt voelen.

Deze kandidaat voldoet volgens de aanbevelingscommissie aan de vastgestelde criteria en heeft daarom een aanbeveling gekregen van de aanbevelingscommissie.

Het oordeel van de aanbevelingscommissie is gebaseerd op de volgende punten: De mate waarin een aspirant-kandidaat laat zien: 1. te begrijpen wat het werk als afgevaardigde inhoudt 2. te weten welke vakbondsthema’s leven in de eigen sector (de achterban) 3. te weten hoe ruggespraak vorm te geven 4. gevoel te hebben voor sociale en maatschappelijke vraagstukken (maatschappelijk betrokken te zijn) 5. bereid te zijn de benodigde tijd te kunnen en willen besteden Indien de aanbevelingscommissie bij minimaal 3 van de 5 onderdelen van mening is dat een onderdeel in voldoende mate aanwezig is, dan heeft een kandidaat een aanbeveling.

Ik ben Linda Huisman, woon in Utrecht, ik ben 24 jaar oud en studeer op dit moment in Amsterdam. Ik heb hiervoor de HBO-opleiding Built Environment afgerond. Ik behoor in mijn familie tot de eerste generatie waarvoor het (financieel) mogelijk was om te gaan studeren. Ik stel me kandidaat omdat ik me wil inzetten voor een sterke vakbond die strijdt voor de belangen van alle jongeren, ongeacht of ze werken, naar school gaan of studeren. Ik heb veel ervaring met belangenbehartiging. Vanuit mijn achtergrond bij de Landelijke Studentenvakbond, de lokale Utrechtse studentenvakbond VIDIUS, als lid van de Hogeschoolraad en in het dorpsberaad heb ik waardevolle ervaring opgedaan op dit vlak die ik graag wil inzet in het Ledenparlement. Mijn werkervaring met nachtdiensten bij een fastfoodrestaurant en mijn werk en studie in de bouw hebben me laten zien dat de problemen die werkende mensen ervaren, ongeacht opleidingsachtergrond, nauw met elkaar verbonden zijn.

De thema’s die mij het meest raken zijn rechtvaardige beloning, zeggenschap, en solidariteit. Ik geloof dat iedereen (ongeacht leeftijd of sector) recht heeft op zekerheid van inkomen en een eerlijk loon. In dat plaatje horen het minimumjeugdloon en onzekere tijdelijke contracten niet thuis. Jongeren moeten inspraak hebben binnen de vakbond om de toekomst van werk mede vorm te geven. Niet alleen binnen de vakbond maar ook op de werkvloer is het belangrijk dat werkende mensen zeggenschap hebben over hun werk(plek) en studenten over de studie en hun onderwijsinstelling. Tenslotte is solidariteit, tussen generaties, sectoren en internationaal van cruciaal belang. De belangen van jongeren en andere generatie werkenden zijn nauw met elkaar verbonden. Jongeren moeten bijvoorbeeld ook een rol oppakken voor een goede vroegpensioenregeling, en oudere kunnen juist veel betekenen voor toegankelijk, goed en betaalbaar onderwijs. De eenheid van alle werkenden is daarbij van groot belang.

Ik blijf op de hoogte door in gesprek te blijven met collega-studenten, jonge werkenden en vakbondsleden. Door mijn ervaring bij de studentenvakbonden ben ik gewend om actief naar de ervaringen van anderen te luisteren en deze bij velen relevantie momenten aanhalen. Ook heeft deze werkervaring mij een groot netwerk verspreid door Nederland gebracht. Daarnaast heb ik ook veel sociale contacten in de regio waar ik opgroeide met jongeren die niet voor een studie naar de stad zijn gegaan. Om op de hoogte te blijven wil ik vooral op zoek naar input en geluiden van vakbondsleden met een andere achtergrond dan ik zelf heb. Dit hoop ik te doen door goede banden te onderhouden met kaderleden en leden van de sectorraad.

Deze kandidaat voldoet volgens de aanbevelingscommissie aan de vastgestelde criteria en heeft daarom een aanbeveling gekregen van de aanbevelingscommissie.

Het oordeel van de aanbevelingscommissie is gebaseerd op de volgende punten: De mate waarin een aspirant-kandidaat laat zien: 1. te begrijpen wat het werk als afgevaardigde inhoudt 2. te weten welke vakbondsthema’s leven in de eigen sector (de achterban) 3. te weten hoe ruggespraak vorm te geven 4. gevoel te hebben voor sociale en maatschappelijke vraagstukken (maatschappelijk betrokken te zijn) 5. bereid te zijn de benodigde tijd te kunnen en willen besteden Indien de aanbevelingscommissie bij minimaal 3 van de 5 onderdelen van mening is dat een onderdeel in voldoende mate aanwezig is, dan heeft een kandidaat een aanbeveling.

Ik stel me kandidaat omdat ik me in wil zetten voor de rechten en het welzijn van jongeren in onze maatschappij. Ik hoop om jonge mensen een duidelijke en krachtige stem te geven binnen de FNV en daarbuiten, om te zorgen dat onze belangen ook meegenomen worden in de voortgaande klassenstrijd. Ik denk dat ik hier geschikt voor ben omdat ik me al langer inzet voor onze rechten, en omdat ik geloof dat ik als geen ander mensen kan overhalen en daarmee consensus kan vormen rondom beslissingen die voor onze sector belangrijk zijn.

Het allerbelangrijkste vind ik fatsoenlijk inkomen: dat iemand met een fulltime baan niet alleen moet kunnen overleven, maar comfortabel kan leven. Geen enkel lid van onze vakbond krijgt evenveel betaald als wat ze aan winst opleveren voor hun werkgever, maar sommigen krijgen niet eens genoeg betaald om van te leven zonder in de schulden te komen, wat ik afschuwelijk vind. Dit sluit aan op het tweede thema dat ik belangrijk vind: een rechtvaardige maatschappij. Ik vind dat iedereen de kans moet hebben om bij te dragen zonder daarvoor uitgebuit te worden, en zou graag zien dat we het speelveld weer rechttrekken. Als laatste vind ik een zekere toekomst belangrijk. Dit vind iedereen belangrijk denk ik, maar ik denk dat dit het meeste speelt onder jongere mensen. Hoe ziet het klimaat eruit over 10, 20, 30 jaar? Is er dan nog vast werk te vinden? Kunnen we ooit nog met pensioen? Dit zijn allemaal vragen waarop nu geen duidelijk antwoord te vinden is.

Ten eerste zijn de problemen die jonge mensen aangaan problemen die ik in het dagelijks zie. Mensen kunnen niet leven van de lonen die ze krijgen zonder zichzelf in de schulden te werken, vooral als ze jonger zijn dan 21 jaar en jeugdloon ontvangen. Jonge mensen kunnen geen fatsoenlijk onderdak vinden, en als ze iets vinden is het onmenselijk duur. Boodschappen kosten steeds meer geld, waardoor jongeren soms maaltijden overslaan. Dit zie ik gebeuren onder vrienden en familie, en het komt niet vaak voor dat ik een jongere ontmoet die niet met dit soort problemen zit. Maar daarnaast heb ik ook contact met maatschappelijke en politieke jongerenorganisaties, die deze problemen aanduiden en informatie erover verspreiden.

Deze kandidaat voldoet volgens de aanbevelingscommissie aan de vastgestelde criteria en heeft daarom een aanbeveling gekregen van de aanbevelingscommissie.

Het oordeel van de aanbevelingscommissie is gebaseerd op de volgende punten: De mate waarin een aspirant-kandidaat laat zien: 1. te begrijpen wat het werk als afgevaardigde inhoudt 2. te weten welke vakbondsthema’s leven in de eigen sector (de achterban) 3. te weten hoe ruggespraak vorm te geven 4. gevoel te hebben voor sociale en maatschappelijke vraagstukken (maatschappelijk betrokken te zijn) 5. bereid te zijn de benodigde tijd te kunnen en willen besteden Indien de aanbevelingscommissie bij minimaal 3 van de 5 onderdelen van mening is dat een onderdeel in voldoende mate aanwezig is, dan heeft een kandidaat een aanbeveling.