De wens van Unilever om de pensioenkosten te verlagen is uitgebreid besproken in het cao-overleg van 10 november 2020. Uiteraard zijn er ook nog andere voorstellen besproken.
Unilever wil de kosten van de pensioenkring Forward, waarin alle pensioenopbouw vanaf 2015 plaatsvindt, graag verlagen. Door de lage rente zijn de pensioenlasten voor Forward de afgelopen jaren fors gestegen. FNV heeft op zich begrip voor de wens van Unilever om tot een kostenverlaging te komen. Omdat tussen 2023 en 2026 de pensioenregeling sowieso aangepast moet worden vanwege het landelijke pensioenakkoord, gaat het hier om tijdelijke afspraken.
Kenmerken van de pensioenregeling Forward zijn nu een fiscaal maximale opbouw van 1,875% per jaar; een nabestaandenpensioen op opbouwbasis; een kostendekkende premie op basis van de marktrente (met daarbij nog een extra voorzichtigheidsafslag); en een werknemerspremie van 3%. Bijvoorbeeld door te rekenen met het verwachte rendement (i.p.v. de marktrente) kunnen de kosten verlaagd worden. Dit wordt een ‘gedempte’ kostendekkende premie genoemd. Nadeel hiervan is dat het pensioenfonds minder premie binnenkrijgt en dan daalt de dekkingsgraad. Dat maakt het lastiger om de pensioenen te kunnen indexeren.
FNV is bereid de optie van een gedempte kostendekkende premie verder te onderzoeken. Wel vindt FNV dat de werknemers dan gecompenseerd moeten worden voor het afgenomen indexatieperspectief. Dat kan door de werknemerspremie te verlagen. Daardoor houden werknemers netto per maand méér salaris over. Daarnaast wil FNV alvast afspraken maken over de premie die Unilever betaalt als over een paar jaar de overgang naar het pensioenakkoord wordt gemaakt. Zo bouwen we zekerheid voor de toekomst in. FNV benadrukt tot slot dat afspraken over een aanpassing van de pensioenregeling mede afhankelijk zijn van de andere afspraken die gemaakt worden in een cao-akkoord, zoals een fatsoenlijke cao-loonsverhoging.
Ook de voorstellen van vakbonden t.a.v. eerder stoppen met werken en een persoonlijk opleidingsbudget voor werknemers zijn nader besproken. Verder is besproken dat een paritaire werkgroep zich gaat buigen over de evaluatie van de huidige flex-afspraken in Hellendoorn. Hiervoor wordt op verzoek van FNV een externe partij voor ingeschakeld. Het volgende overleg vindt plaats op 24 november. Gezien de veelheid aan (soms complexe) onderwerpen dat besproken wordt, is de verwachting (helaas) dat het cao-traject nog wel even kan duren. Cao-partijen hebben daarom alvast een aantal data geprikt voor december en januari.