FNV eist donderdag bij de rechter een dwangsom van 100.000 euro voor elke dag dat taxibedrijf Uber zich niet houdt aan een gerechtelijke uitspraak van vorig jaar september. Daarin gaf de rechter FNV gelijk dat Uber een werkgever is en dus de taxi-cao moet toepassen op de chauffeurs.
Zakaria Boufangacha, vicevoorzitter FNV: ‘Sinds de uitspraak heeft Uber niets gedaan om zich eraan te houden. Sterker nog, ze houden iedereen aan het lijntje en zetten de cao-partijen en zelfs het ministerie onder druk om onder de cao uit te komen.’
Voor FNV is de maat inmiddels meer dan vol. Daarom vraagt FNV de rechter om Uber een dwangsom op te leggen van 100.000 euro per dag met een maximum van 10 miljoen euro. ‘Dat is een forse dwangsom, maar dat is helaas nodig om dit soort machtige multinationals tot ander gedrag te dwingen. Het is nu aan de rechter om hierover te oordelen’, aldus Boufangacha.
FNV begon eind 2020 een gerechtelijke procedure tegen Uber, omdat de chauffeurs te weinig verdienen en nauwelijks rechten hebben. Uber zegt dat chauffeurs die via hun app werken zelfstandigen zijn. Boufangacha: ‘Wat wij al jaren zeggen, bevestigde de rechter vorig jaar in hoger beroep: Uber is een werkgever die gewoon de taxi-cao moet toepassen. En het moet zich als ieder ander bedrijf netjes houden aan de wet- en regelgeving. Uber denkt zich daaraan te kunnen onttrekken en er mee weg te komen, omdat de overheid er niet voor zorgt dat dit soort zogenaamd hippe platformbedrijven loonbelasting en werkgeverspremies betalen.’
Taxibedrijf Uber heeft wereldwijd rechterlijke procedures verloren. In verschillende Europese landen oordeelden hoge rechters dat Uber een werkgever is, zoals in Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk en anderhalve week geleden nog in Zwitserland. In Nederland zijn ook andere platformwerkers, zoals Deliveroo-riders en Helpling-schoonmakers, door rechters aangemerkt als werknemers.
Zowel in Europa als in Nederland is wetgeving in de maak, waarmee de bewijslast wordt omgekeerd: een platformwerker is werknemer, tenzij overduidelijk het tegendeel blijkt. ‘We kunnen niet wachten tot die wetgeving is doorgevoerd. En we roepen Den Haag ook op tot haast daarmee. Tot die tijd moet de overheid de huidige regels en gerechtelijke uitspraken handhaven. Want dat Uber hier mee weg komt, is ronduit schandalig’, aldus Boufangacha.