Er is een nieuwe cao in zicht voor de ongeveer 27.000 chauffeurs in het Zorgvervoer en Taxi in Nederland. De lonen gaan per 1 januari 2022 omhoog met 2,5%. De vakbonden hebben hierover afspraken gemaakt werkgeversorganisatie KNV. Meindert Gorter, Bestuurder FNV Vervoer: ‘Laatste woord is aan de leden, die kunnen stemmen tot 15 november.’
De huidige cao loopt eind dit jaar af. De nieuwe cao heeft een looptijd van een jaar, van 1 januari 2022 tot 1 januari 2023. Gorter: ‘Naast de loonsverhoging zijn ook afspraken gemaakt over de zogenaamde ‘verloonde tijd‘. Zorgvervoer- en taxichauffeurs hebben tijdens ritten vaak te maken met onderbrekingen. Dan speelt altijd de vraag welke tijd wel en niet wordt uitbetaald. Het kan maar zo zijn dat jij 12 uur beschikbaar moet zijn op een dag en toch maar 5 uur krijgt uitbetaald.’
In de nieuwe cao verdwijnt de huidige regeling met niet betaalde onderbrekingen. Dan krijgen deze chauffeurs die een primaire dienst leveren, namelijk mobiliteit voor kinderen, zieken en ouderen, wel betaald. Er komt een regeling van 12,5% pauze in 1 dienst. Gorter: ‘Dat houdt in dat ze een normale pauze hanteren voor de chauffeurs in plaats van dat alle onderbrekingen in een dienst voor de rekening van de werknemer komen.’ Deze wijziging gaat ook in op 1 januari 2022.
FNV Vervoer heeft wel nog wat wensen voor de volgende cao-onderhandelingen. Gorter: ‘Belangrijkste is dat het loon een bodem krijgt van minimaal 14 euro per uur. En er moet functiedifferentiatie komen in het loongebouw. Nu hebben mensen geen enkel perspectief om door te groeien. Ook krijgen de medewerkers maar 23 vakantiedagen en hebben ze hele kleine contracten waarmee ze geen leefbaar inkomen kunnen verdienen.’
Ook is afgesproken dat er een (verplicht) digitaal loonportaal komt, waarbij de begin- en eindtijden moeten worden ingevoerd. Dat nieuwe portaal vormt de basis voor de maandelijkse loonbetaling van de chauffeurs. Gorter: ‘Het maakt het meteen ook makkelijker om te controleren of alle diensturen ook netjes worden betaald.’
De ruim 27.000 werknemers in deze sector vervoeren voor het overgrote deel (80-90% van de tijd) kinderen, ouderen en zieke mensen naar speciaal onderwijs, dagbesteding of bijvoorbeeld het ziekenhuis. Het zijn meestal de gemeenten en de grote verzekeraars die contracten afsluiten met de zorgvervoerders. Gorter: ‘Deze mensen zijn onmisbaar. Zij voeren een primaire dienst uit en zorgen dat grote groepen in onze samenleving mobiel blijven en dus kunnen blijven participeren in onze maatschappij.’