Als jongen van een jaar of 6 kreeg ik soms wat centen van mijn ouders om met de stadsbus (lijn 2) van het zuidwesten helemaal naar het noordoosten van Dordrecht en terug te kunnen reizen. Wat was ik onder de indruk van de verrichtingen die de buschauffeur uithaalde en van het gemak waarmee hij dat grote gevaarte door de vaak smalle straatjes manoeuvreerde.
De voetgangers en fietsers maakten ruim baan en de enkele auto die hij tegenkwam, wachtte respectvol bij een versmalling om de chauffeur ongehinderd doorgang te verlenen.
Inmiddels ruim 50 jaar verder is mijn respect voor die chauffeur alleen maar groter geworden. Door het alsmaar toenemende verkeer, de strakke ritplanning en niet te vergeten de verhuftering van onze maatschappij, is het voor mij een wonder dat er überhaupt nog mensen te vinden zijn die het beroep van chauffeur willen uitoefenen.
In 1979 koos ik bewust voor het vak van chauffeur in het goederenvervoer. In mijn ogen het mooiste beroep wat er was. Destijds was het normaal dat je op laad- en losadressen gastvrij ontvangen werd. Vaak werd dan onder het genot van een kopje koffie het laad- en losplan besproken, waarna in alle gemoedelijkheid de werkzaamheden werden verricht.
Vandaag de dag meld ik me vaak aan bij een intercom, wordt er op afstand een slagboom of hek voor mij geopend en als ik geluk heb, vraagt een stem wat ik kom doen. Maar even vaak moet ik het na de slagboom zelf maar uitzoeken. Proberen toegang te krijgen tot gebouwen om informatie te verkrijgen, maar alles zit op slot. Vind ik dan eindelijk een persoon die één van de 4 talen spreekt die ik versta, is dat iemand van een buitenfirma die het ook niet weet.
Vroeger kon ik, na mezelf in het zweet te hebben gewerkt, bij elk bedrijf douchen of me op z'n minst opfrissen aan een wasbak. Nu heb ik adressen (van bedrijven met een winst van 8 cijfers voor de komma) waar ik in een kunststof chemiepak moet werken. Zelfs al is de temperatuur boven de 25 graden en loopt het zweet in straaltjes van m'n rug, dan nog kan ik me daar niet douchen of opfrissen.
En wie kent ze niet, die 'Dixies' waar wij van onze klanten gebruik van mogen maken? De geur waarschuwt je op meters afstand dat beter niet te doen. Ik heb er ooit van één de deur geopend en me toen afgevraagd hoe de laatste gebruiker zo hoog z'n ontlasting heeft kunnen achterlaten.
Vond ik het vroeger heel normaal als ik vriendelijk geholpen werd, tegenwoordig valt het op en geef ik die personen een complimentje in de hoop dat het zo zal blijven.
Mijn zoon stapt ook vaak in de stadsbus om zich te laten verplaatsen. Hij is inmiddels 26 jaar, maar hij peinst er niet over zelf zijn rijbewijs te halen en heeft een heel ander beroep gekozen dan z'n vader. Hij heeft waarschijnlijk mijn boodschap goed begrepen.
Dat deze ontwikkeling mij zorgen baart, moge duidelijk zijn. Als wij geen leuke verhalen meer over ons beroep kunnen vertellen, zullen steeds minder jongeren kiezen voor een baan in de T&L. Met als gevolg dat we onze toekomstige collega's steeds moeilijker kunnen verstaan en dat zij waarschijnlijk ook geen bijdrage aan onze pensioenvoorziening zullen leveren.
In de cao zouden daarom mijns inziens ook zaken geregeld moeten worden die betrekking hebben op respectvolle omgang met de chauffeur, zoals: fatsoenlijke sanitaire voorzieningen passend bij de aard van de werkzaamheden en het inperken van de vaak absurde eisen die klanten ons opleggen.