Vannacht hebben havenwerkers van de Rotterdamse terminal van European Bulk Services (EBS) besloten om een vrachtschip van de Duitse rederij Blumenthal, MV Puma, niet te lossen. Aanleiding is dat ze hoorden dat een ITF-inspecteur niet aan boord werd gelaten om de arbeidsomstandigheden en -voorwaarden van de bemanning te controleren. Op de MV Puma werken circa 17 bemanningsleden van Filipijnse, Russische en Oekraïense afkomst.
Bij andere schepen van Blumenthal zijn door de inspecteurs van de ITF (International Transport Workers’ Federation) misstanden geconstateerd. Zo blijkt het voedsel aan boord niet te voldoen aan de standaard. Daarnaast krijgt een vol matroos circa 900 dollar per maand voor een werkweek van 48 uur. Ter vergelijking: op schepen waarvoor de ITF een cao heeft afgesloten, verdient een vol matroos circa 1.500 dollar per maand voor 40 uur werken én vakantiegeld. Zelfs het internationale minimumloon dat de ILO (International Labour Organization) wereldwijd heeft afgesproken is hoger, namelijk 1.085 dollar per maand.
Blumenthal vaart met goedkope vlaggenschepen, zgn. Flag of Convenience (FOC) ships. De ITF probeert voor de bemanningen op deze FOC-schepen een cao af te sluiten met afspraken over loon, veiligheid en andere arbeidsvoorwaarden. ITF-inspecteurs worden sowieso altijd aan boord toegelaten om te controleren hoe de arbeidsomstandigheden en -voorwaarden voor de bemanning zijn geregeld. 'De havenwerkers vinden het onacceptabel dat Blumenthal een ITF-inspecteur weigert en geen cao-afspraken wil maken. Daarom besloten de havenwerkers om de MV Puma te boycotten en het schip niet te lossen. Wij hebben respect voor deze spontane solidariteitsactie', aldus Cees Bos van FNV Havens.