Het eindbod dat werkgevers in de grafische sector afgelopen dinsdag met veel hosanna presenteerden, betekent in werkelijkheid een grote achteruitgang in koopkracht voor de medewerkers. Dat zeggen vakbonden CNV, FNV en De Unie. Tien procent loonsverhoging klinkt volgens hen mooi, maar daar moeten de medewerkers het wel twee jaar mee doen. Terwijl ze de inflatie van afgelopen jaren nog niet eens gecompenseerd hebben gekregen.
‘De werkgevers doen het voorkomen alsof ze met 6% vanaf 1 juli 2024 en 4% vanaf 1 juli 2025 een historisch hoge loonsverhoging op tafel hebben gelegd’, zegt Laura Vermeulen van het CNV. ‘Maar hun beoogde looptijd is maar liefst 24 maanden. Daarmee is die 10% nauwelijks meer dan een lege huls. Hier hebben medewerkers niks aan. Ze gaan er enorm in koopkracht op achteruit.’
Daarmee doelt ze onder andere op de vorige cao, die tot 1 april van dit jaar liep en ook al een lange looptijd had, namelijk van 27 maanden. Vermeulen: ‘Daarin was de totale loonsverhoging 6,5%. Vergeleken met de enorme inflatie die volgde, betekende dat achteraf fors inleveren voor de medewerkers.’
De verwachtingen voor deze cao-onderhandelingen waren dan ook hooggespannen. Maar na vijf ronden lagen de partijen nog steeds ver uit elkaar en gaf de werkgeversdelegatie aan te zullen komen met een eindbod. Dit omdat het gat tussen wat bonden willen en werkgevers bieden veel te groot bleef. Om hun onvrede daarover te uiten, stonden de vakbonden afgelopen dinsdag op de stoep bij de ledenraad van werkgeversorganisatie KVGO.
Jos Cohen, onderhandelaar van de FNV: ‘We deelden koeken uit aan de werkgevers en wezen hun erop dat het niet de bedoeling was dat werknemers alleen de kruimels zouden krijgen. De werkgevers waardeerden onze actie en vonden het een goede zaak dat we er stonden. Maar net als hun eindbod bleek die waardering een lege huls.’
Gerard van der Lit, onderhandelaar bij De Unie: ‘Het lijkt erop dat de werkgevers weinig realiteitszin hebben. Ze denken echt dat ze met 10% loonsverhoging een mooi bod gedaan hebben. Ze realiseren zich niet hoe bekaaid hun medewerkers er daarmee van afkomen. Wel houden ze al rekening met de grafische bedrijven die het moeilijk zouden krijgen met hun ‘fantastische’ voorstel. Zij krijgen wat hun betreft bij voorbaat al de mogelijkheid om 1% van de loonsverhoging om te ruilen voor een extra vakantiedag. Absurd.’
Het argument van de werkgevers dat veel, met name kleine, drukkerijen in de branche Media en Cultuur het moeilijk hebben en op omvallen staan, begrijpen de bonden overigens wel. Maar onder de indruk ervan zijn ze niet. Vermeulen: ‘Dit roepen werkgevers al jaren. En al jaren gaan we er om begrijpelijke redenen in mee. Maar ondertussen draaien veel grote bedrijven gewoon goed. En we kunnen niet nog twee jaar de risico’s van de zwakkere bedrijven afwentelen op alle werknemers in de branche. Zij lopen inmiddels zo ver achter op de inflatie, dat het tijd is voor de sector als geheel om over de brug te komen. Op bedrijfsniveau kunnen we altijd nog het gesprek aangaan.’
Alle bonden gaan het eindbod van de werkgevers nu voorleggen aan hun achterban met het advies er niet mee akkoord te gaan. Wijzen de leden het daadwerkelijk af, dan gaan CNV, FNV en De Unie zich beraden op vervolgstappen. Acties liggen daarbij voor de hand.
De sector grafimedia houdt zich bezig met grafische communicatie en drukwerk. Dit omvat onder andere het ontwerpen, drukken en produceren van verschillende soorten gedrukte materialen, zoals tijdschriften, brochures en posters. Ongeveer 16.000 mensen vallen onder deze cao.