‘Tweederde (65%) van de FNV leden stemde tegen het cao eindbod van de publieke omroepen. Het feit dat hun werkgever niks wilde afspreken over meer werkzekerheid gaf voor velen de doorslag.
Van het omroeppersoneel heeft 60% een vast en 40% een tijdelijk contract. Andrée Ruiters, cao-onderhandelaar FNV Media & Cultuur: ‘Veel van de mediamakers (en dus ook leden van de FNV) werken al jarenlang voor de omroep, maar nog altijd op een tijdelijk contract. Ze willen na jarenlange onzekerheid eindelijk de waardering krijgen die ze verdienen. Minder tijdelijke contracten is ook in het belang van de omroep. Kennis en kunde verdwijnt bij de omroepen. Dit is publiek geld dat duurzamer ingezet moet worden. Omroepdirecteuren hebben daarin hun verantwoordelijkheid.’
Anderen stemden tegen vanwege het magere loonbod van 5% verdeeld over 3 jaar of omdat ze willen dat hun werkgever met betere toezeggingen komt voor de aanpassingen van het nabestaandenpensioen.
FNV Media en Cultuur heeft dinsdag de werkgevers formeel geïnformeerd dat tweederde van haar leden het eindbod heeft afgewezen. Ruiters: ‘Een duidelijk signaal van de omroepmedewerkers. We hopen dat de omroepen dit signaal oppakken en bereid zijn om hun medewerkers tegemoet te komen.’
De FNV leden geven aan dat de Fair Practice Code die is afgesproken een eerste stap in de goede richting is om tegemoet te komen aan 'gelijk werk, gelijk loon tegen gelijke kosten'.
De cao geldt voor zo’n 4900 omroepmedewerkers; 3600 bij de landelijke NPO en 1300 bij de RPO (Regionale Publieke Omroepen). Zij werken voornamelijk achter de schermen als bijvoorbeeld redacteur, productieassistent, regisseur of editor. Daarnaast werken er enkele duizenden mensen aan programma’s van de publieke omroepen als zzp-er, via Tentoo constructies en bij productiebedrijven als NEP en United.
De meeste leden van vakbond NVJ en CNV stemden wel in met het eindbod.