Nederland, een welvarend land, geeft per deelnemer aan het onderwijs, steeds minder uit. Het kabinet vindt dat er al genoeg extra geld naar het onderwijs gaat, maar heeft het niet over het inlopen van alle achterstanden.
‘Het onderwijs is de sector die er deze kabinetsperiode het meeste bij krijgt’, is de reactie van het ministerie van Onderwijs op de actie-aankondiging van FNV Onderwijs en Onderzoek en AOb. Het is een verhaal dat het kabinet Rutte III al vanaf de start volhoudt. Maar is dat genoeg om alle opgelopen achterstanden in te lopen? Bovendien geldt die genoemde extra investering alleen voor het Primair Onderwijs.
In het rapport ‘Inzicht in en verantwoording van onderwijsgelden’ van juli 2018 vindt de Onderwijsraad in elk geval dat het kabinet de zaken te rooskleurig voorstelt. ‘Volgens de jaarverslagen van het ministerie zijn de uitgaven per deelnemer de laatste jaren in alle onderwijssectoren gestegen. Die stijging is het grootst in het funderend onderwijs, waar juist de meeste geluiden klinken over ontoereikende middelen. Als we kijken naar de uitgaven per deelnemer zoals berekend door het CBS zien we voor het primair en voortgezet onderwijs echter geen stijging in de rijksbijdragen per leerling en lijkt geen sprake te zijn van algeheel stijgende uitgaven door de overheid.’
Voor de Onderwijsraad was het reden om zelf aan het rekenen te slaan en de raad komt op basis daarvan tot hele andere conclusies. ‘Alleen voor het middelbaar beroepsonderwijs zien we een consistente stijging over tijd. De andere sectoren laten een stabiele of zelfs (licht) dalende trend zien over de afgelopen jaren.’ Kijken we naar de exacte cijfers, dan is het beeld zelfs somberder te noemen.
Bron: Onderwijsraad 2018
Met uitzondering van het mbo is er in alle onderwijssectoren een flinke daling tussen 2009 en 2016 per deelnemer. Het gaat -gecorrigeerd voor inflatie- om een daling van 4 tot 8% in de meeste sectoren. De reden daarvoor kennen we ook: in vrijwel die hele periode gold voor de salarissen in het onderwijs de nullijn. Samen met alle eerdere ingrepen in de salarissen is het onderwijspersoneel in 20 jaar rond de 4,7 miljard euro misgelopen, zo blijkt uit het rapport ‘Evaluatie referentiemodel’ van het ministerie van Binnenlandse Zaken uit juli 2017.
‘En al gaat het om cijfers achter de komma, het gaat om grote bedragen’
Maar dat beeld gaat over de periode tot deze huidige coalitie aantrad. Recentere betrouwbare cijfers per deelnemer zijn er niet, maar wel cijfers over wat Nederland overheeft voor onderwijs ten opzichte van onze welvaart, het bruto binnenlands product (bbp). Cijfers die ook de internationale economische denktank Oeso gebruikt. We pakken daarvoor de meerjarige kerncijfers van het Centraal Plan Bureau (CPB) over de afgelopen tien jaar.
Bron: CPB kerncijfers en MEV 2019
De CPB-cijfers ondersteunen het beeld dat de Onderwijsraad voor een kortere periode beschrijft: als land hebben we steeds minder over voor onderwijs. En al gaat het om cijfers achter de komma, het gaat om grote bedragen. 0,1% minder voor onderwijs, betekent 700 miljoen euro minder. Een half procent minder in 10 jaar is dus 3,5 miljard euro minder.
Het CPB is bovendien weinig optimistisch over 2019 en ziet in de Meerjarig Economische Verkenning (MEV) voor 2019 ondanks de investering van dit kabinet in onderwijs, het aandeel onderwijs ten opzichte van de welvaart verder dalen. Onderwijs krijgt er in 2018 dan misschien in absolute getallen het meeste bij, maar in verhouding is dat onvoldoende om de onderwijsuitgaven op peil te houden.
Volg ons ook via #investeerinonderwijs
De FNV heeft een nieuwe website. Hierdoor kan het zijn dat links op deze pagina niet werken of afbeeldingen niet zichtbaar zijn. Excuses voor het ongemak.