Woensdag debatteert de Tweede kamer over de energietoeslag voor huishoudens met een laag inkomen. In een brief aan de Tweede Kamer pleit de FNV voor een meer ruimhartige regeling.
Gemeenten krijgen van de rijksoverheid geld om mensen met een inkomen tot 120% van het sociaal minimum een energietoeslag uit te keren. De FNV pleit ervoor dit te verhogen naar 150%. Om te voorkomen dat mensen die nét op of boven het sociaal minimum zitten alsnog in armoede vervallen. Volgens het NIBUD komen nu 6 op de 10 huishoudens niet of moeilijk rond.
Daarbij moet willekeur tussen gemeenten worden voorkomen. 'Vorig jaar zagen we grote verschillen tussen gemeenten', zegt Bas van Weegberg van het Dagelijks Bestuur van de FNV. Sommige gemeenten keken wel naar vermogen of spaargeld, anderen niet. Dat leidde tot willekeur en rechtsongelijkheid en moet worden voorkomen.'
Ook ziet de FNV dat jongeren tot 21 jaar weer worden uitgesloten van de energietoeslag. Maar jongeren onder de 21 met een laag inkomen die niet financieel ondersteund kunnen worden door hun ouders zouden hier wel recht op moeten hebben vindt de FNV. 'En maak geen onderscheid tussen studenten en niet studenten, zegt Van Weegberg. 'Studenten met een laag inkomen zouden net als andere burgers met een laag inkomen recht moeten hebben op een volledige energietoeslag.'
Tot slot dringt de FNV er bij de Kamer op aan om de mensen met een laag inkomen, die nu niet rondkomen, nog dit jaar de energietoeslag uit te betalen.
Om écht armoede te voorkomen zal er structureel iets moeten veranderen. Daarvoor moet het minimumloon naar 16 euro bruto per uur en gaan gelden voor iedereen boven de 18 jaar. Zodat mensen gewoon rond kunnen komen. En niet afhankelijk zijn van incidentele koopkrachtmaatregelen om uit de armoede te blijven.