De FNV vindt het van groot belang dat de Pensioenwet wordt aangepast om de kans op een koopkrachtig pensioen te vergroten. De FNV kiest daarbij voor de solidaire premieregeling, omdat hiermee meer zicht is op een pensioen dat de inflatie bijhoudt èn waarbij de kans op verlaging van de pensioenuitkering veel lager wordt. Hiervoor is het nodig dat de Tweede Kamer op tijd (en uiteraard zorgvuldig) over de wetswijziging besluit.
Onderstaand artikel verscheen maandag 10 oktober in Pensioen Pro. De FNV is mede-ondertekenaar.
‘Wat goed is, behoeft onderhoud om goed te blijven’. Met die wijsheid in gedachten hebben pensioenspecialisten en bestuurders van de sociale partners en pensioenfondsen de afgelopen jaren hard gewerkt om te komen tot een beter, vernieuwd pensioenstelsel. Als we het bestaande stelsel namelijk niet aanpakken en alles bij het oude laten zijn we straks allemaal slechter af. Dan houden we een stelsel waar iedereen ontevreden over is en blijft.
De Tweede Kamer spreekt binnenkort wederom over de nieuwe pensioenwet na twee eerdere marathondebatten. We merken dat mensen zich zorgen maken en de voorgestelde veranderingen moeilijk kunnen overzien. Daarom lopen we vier belangrijke vragen langs.
Jazeker! Ook in de huidige economische situatie is de nieuwe pensioenwet beter passend. Met de huidige wettelijke rekenregels zouden pensioenen namelijk veel minder kunnen worden verhoogd. In de oude wet wordt gestuurd op de opbouw van stevige financiële buffers. Doordat we van dat systeem afstappen, kunnen de pensioenen naar verwachting meer en eerder omhoog. Omdat de pensioenfondsen nu al in de geest van het nieuwe stelsel mogen handelen, konden veel fondsen bovendien voor het eerst in jaren weer indexeren. Gepensioneerden plukken dus al deels de vruchten van het nieuwe stelsel.
Met de nieuwe pensioenwet sluit bovendien ons pensioenstelsel beter aan bij de arbeidsmarkt en maatschappij. Het is eerlijker naar de diverse leeftijdsgroepen en voor verschillende arbeidsrelaties. Zo betalen de werkgevers straks voor elke werknemer in principe een gelijke pensioenpremie. Bovendien krijgen deelnemers beter inzicht in de door hun betaalde pensioenpremie en de daarop behaalde rendementen.
Uit alle analyses die de pensioenfondsen, DNB, CPB en onderzoeksinstituut Netspar hebben gemaakt, blijkt dat het nieuwe pensioenstelsel beter werkt dan het huidige stelsel. De economische omstandigheden zijn anders dan een jaar geleden, maar deze analyses maken juist de werking inzichtelijk. Rode lijn hierin is dat bij de overgang naar het nieuwe stelsel pensioenen naar verwachting zelfs eerder kunnen worden verhoogd. Indien gewenst kan er daarnaast voor worden gekozen om de kans op pensioenverlaging fors minder te laten zijn dan in het huidige stelsel.
Is het daarmee uitgesloten dat pensioenen worden verlaagd? Nee: een pensioen blijft altijd afhankelijk van de ontwikkeling op de financiële markten. Maar per saldo is de kans op betere uitkomsten hoger dan nu in het huidige stelsel.
Nee. Er is meer dan 10 jaar aan gewerkt en op gestudeerd. Daarbij zijn alle oplossingen onderzocht. Een andere rekenrente, of bijvoorbeeld een zogeheten kasstroomsysteem, leveren voor verschillende leeftijdsgroepen nieuwe problemen op. Ook het huidige systeem handhaven en er een nieuw systeem naast bouwen is geen oplossing. Deelnemers – vooral gepensioneerden – kunnen dan niet profiteren van de voordelen van het nieuwe stelsel, zoals het eerder verhogen van de pensioenen. Daarnaast zijn twee systemen naast elkaar een stuk lastiger te begrijpen en is het ook nog eens veel duurder in de uitvoering. Dat hogere prijskaartje gaat dan ook nog eens ten koste van de pensioenen.
Tot slot: als € 1500 miljard achterblijft in het oude stelsel, zal de discussies over de rekenrente terugkeren. Dat zet oud en jong onnodig tegen elkaar op en polariseert.
Hoe weten mensen dat ze hun eigen deel straks krijgen en welke consequenties dit heeft? Dat is een logische vraag. De situatie op de financiële markten bepaalt in belangrijke mate hoe groot het pensioenvermogen is dat verdeeld wordt. Dit geldt overigens ook in het huidige systeem. De toekomst en de situatie op de financiële markten zijn niet te voorspellen. In de nieuwe wet zijn afspraken vastgelegd hoe het pensioenvermogen over de deelnemers wordt verdeeld. Hierbij is evenwichtige belangenafweging een belangrijke wettelijke taak voor pensioenfondsen. Dat is nu al het geval, en blijft zo bij de overgang naar het nieuwe pensioenstelsel.
Om dit extra te borgen zijn in de wet aanvullende eisen opgenomen. Zo zijn er wettelijke waarderingsregels voor het omrekenen van de huidige pensioentoezeggingen naar het persoonlijke pensioenvermogen dat iedereen straks krijgt. Ook zijn er wettelijke voorschriften om aan te tonen dat de overgang naar het nieuwe stelsel evenwichtig is. Verder zijn er wettelijke informatievoorschriften en er komt een versterking van de medezeggenschap. Allemaal extra sloten op de deur met steeds hetzelfde doel: een evenwichtige transitie.
De pensioenwet zorgt voor een nieuw pensioenstelsel dat naar verwachting voor iedereen een beter pensioen oplevert. Met behoud van wat goed was, maar met ruimte voor broodnodige innovatie en vernieuwing. Nog langer wachten met deze vernieuwing is geen optie en levert niets op. Als pensioenspecialisten en -bestuurders staan wij daarom vierkant achter de nieuwe pensioenwet, die voldoende waarborgen kent om rekening te houden met alle zorgen. Zo kunnen huidige en toekomstige generaties blijven rekenen op een goed pensioen.
Ondertekenaars:
Ger Jaarsma (Pensioenfederatie), Guusje Dolsma (VNO-NCW / MKB), Willem Noordman (FNV), Patrick Fey (CNV), Jurre de Haan (VNO-NCW/MKB) en Hans Koehorst (LTO Nederland).