De prijzen van levensmiddelen, energie en brandstof stijgen flink. Wat doet de FNV komende tijd om het inkomen van mensen op peil te houden? Een uitgebreid interview met vicevoorzitter Zakaria Boufangacha.
Zakaria, veel leden zien dat de inflatie de pan uit rijst, terwijl hun loon achterblijft. De inflatie is nog steeds hoog, en de oorlog in Oekraïne zal de prijzen niet verlagen. Wat doen we hiermee?
Net als onze leden maak ik me zorgen over de loonontwikkeling in relatie tot de prijsstijgingen. Het gaat met bedrijven economisch vaak erg goed en de winsten zijn de afgelopen jaar weer flink toegenomen, maar mensen zien dat niet terug in hun portemonnee. Dat kunnen ze hun werkgever verwijten. Wij ervaren dagelijks bij de onderhandelingen aan de cao-tafel dat onze leden moeten knokken om elke cent. De aloude houding van werkgevers om lonen te matigen in combinatie met de toenemende inflatie zorgt ervoor dat de koopkracht fors achterblijft als we alleen blijven toekijken. Daarom zetten wij in op compensatie van de inflatie én 100 euro per maand om de koopkracht te verbeteren. In een aantal cao’s hebben we nu prijscompensatie geregeld en maken we afspraken waarmee mensen met een laag tot modaal inkomens er meer op vooruitgaan. Juist de mensen die weinig verdienen besteden een groot deel van hun uitgaven aan energie en boodschappen, die zo duur zijn geworden. Het is te gek voor woorden dat werkgevers ook de knip niet open willen trekken in sectoren werknemers slecht te krijgen zijn, zoals in de zorg en metaal nu. Met strijd en meer leden kunnen we het verschil echt maken.
Hoe lopen de cao-onderhandelingen in deze periode?
Overal waar we sterk zijn en veel vakbondsleden hebben die actie willen voeren, halen we meer binnen. Het afgelopen jaar bijvoorbeeld in het transport, de academische ziekenhuizen en de schoonmaak. Nogmaals: dat gaat niet vanzelf hè. Daar moeten we soms langdurig actie voor voeren. Neem de metaal. Afgelopen zomer hebben we een mooi akkoord met de grote metaalbedrijven gesloten. Nu hebben we een conflict in de kleinmetaal sector. Ook daar worden vaak flinke winsten gemaakt. Maar die komen niet ten goede aan de werknemers in de carrosseriebedrijven, metaalbewerkingsbedrijven, elektrotechnische en installatiebedrijven, isolatiebedrijven en goud- en zilversmederijen. Werkgevers houden ijzerenheinig vast aan vast aan een schamele 1,4% loonsverhoging. En dat al maandenlang! Onze leden worden steeds bozer en schroeven de stakingen op naar 48 uur. Natuurlijk hebben we altijd oog voor sectoren waar het vanwege de pandemie slecht ging zoals de horeca en de evenementensector. Daar passen we onze looneis aan, in overleg met onze leden.
Blijven we naast de automatische prijscompensatie en 100 euro per maand er bij voor iedereen ook inzetten op minimaal 14 euro per uur?
Zeker. Die 14 euro per uur heeft echt resultaat als er in bedrijven veel laagbetaald werk is. Zoals in de schoonmaak, bij gemeenten en onlangs ook bij de bagage-afhandeling op Schiphol. Sommige mensen gaan er op Schiphol tientallen procenten op vooruit. Echt puur dankzij onze inzet. Dat is hartstikke mooi. De overheid moet uiteindelijk het minimumuurloon verhogen naar 14 euro zodat iedereen kan rekenen op een eerlijk en leefbaar inkomen. Dat draagt pas echt bij aan het aanpakken van de scheefgroei. Maar waar komen ze mee aan? Een schamele 7,5% voor de laagste inkomens en pas vanaf 2024. Dat is ver beneden de maat. Dat betekent de komende jaren voor al die mensen nog minder te besteden. Als er geen goede compensatie van de energierekening komt voor mensen met een laag inkomen, vergroot je de scheefgroei verder. Wij blijven ons hard maken voor een minimumloon van 14 euro per uur. Dat doen we aan de cao-tafel, in Den Haag en bij de lokale politiek. Zo voeren we acties bij de gemeentes om af te dwingen dat alle gemeentes 14 euro betalen voor het werk dat zij uitbesteden. Er is geld zat in Nederland, dus dat hoeft niet het probleem te zijn. In Duitsland gaat het minimumloon dit jaar nog naar 12 euro, wij zitten nog steeds rond 10 euro Het is dan ook een schande dat in een welvarend land als Nederland geen politieke wil lijkt te zijn om iedereen een leefbaar inkomen te gunnen.
Hoe komt het dat werkgevers niet meer willen betalen ondanks het gebrek aan personeel?
Werkgevers verdienen vaak bakken met geld en vertikken een eerlijke loonverhoging te geven. Ze proberen soms mensen van elders te halen, tot buiten de Europese Unie aan toe. Zij kijken vaak alléén naar hun eigen verdienmodel en hebben geen zin te investeren in nieuw personeel. Terwijl dáár de sleutel ligt. Hoe maak je het werk aantrekkelijker? Door zeggenschap over werktijden, door hoger loon en meer zekerheid. Nu lopen bijvoorbeeld jongeren weg vanwege de te hoge werkdruk of de te lage waardering. Zij kijken waar ze wel aantrekkelijk werk vinden, en geef ze eens ongelijk. Wij roepen werkgevers keer op keer op hun houding te veranderen en hun winsten rechtvaardiger te delen. Zo maak je ook de maatschappelijke bijdrage van je bedrijf waar.’
We hebben het nu over mensen die onder een cao vallen, natuurlijk heel veel van onze leden. Maar wat zou je tegen ouderen, werkloze 50+’ers en jongeren met flexcontracten willen zeggen?
De AOW moet gekoppeld blijven aan het minimumloon, net als de bijstand, en dus ook fors omhoog. Noodzaak voor veel ouderen. Zij kunnen weinig tot niets aan hun inkomen doen en worden nu ook nog eens afgesneden van de verhoging van het minimumloon en de bijstand. En die is toch al ver beneden peil. We zien gelukkig dat het aantal vaste banen wat groeit, maar nog veel te langzaam. De brede steun voor onze inzet voor meer vast werk moet nu door de politiek worden overgenomen. Want voor structureel werk moet je gewoon een vaste baan krijgen. Dat geldt ook voor 50+’ers. En ook hier geldt: we moeten de krachten bundelen, meer mensen organiseren en samen optrekken. Alleen dan dwingen we werkgevers en politiek om echt in mensen te investeren en de welvaartskoek eerlijker te verdelen. Onze leden hebben al vaak laten zien dat als je opkomt voor een socialer Nederland, je ook echt het verschil kunt maken. Met die strijd gaan wij door, met hopelijk nog meer actieve en betrokken leden.
zie ook reactie FNV op nieuwste koopkrachtcijfers