Vandaag, op de eerste werkdag van 2021, mochten honderden bouwvakkers uitslapen in plaats van om 7 uur op de steiger te staan. Zij zijn tot drie jaar voor hun AOW-leeftijd, maar dankzij de zwaarwerk-regeling in de Bouw kunnen zij vanaf 1 januari van hun vervroegd pensioen genieten.
Tuur Elzinga, vicevoorzitter en pensioenonderhandelaar namens FNV: ‘Het was één van onze eisen voor het pensioenakkoord dat mensen met zwaar werk op tijd kunnen stoppen. Op je versleten knieën is de finishlijn van de AOW op 66 jaar en 4 maanden voor veel mensen met zwaar werk gewoon te ver weg. Hier hebben wij voor gevochten, twee keer het land voor platgelegd, met als resultaat dat we in de cao weer afspraken kunnen maken over vroegpensioen zonder boete op eerder stoppen.’
De boete op eerder stoppen (de RVU-heffing) ging per 1 januari 2021 van tafel, zo is in het pensioenakkoord overeengekomen. In heel uiteenlopende cao’s, van de Bouw en de Afbouw tot de Verpleeg- en Verzorgingshuizen en Thuiszorg, en van de Vleessector tot de Politie, zijn al concrete afspraken gemaakt. Die kunnen nu, met ingang van het nieuwe jaar, ook uitgevoerd worden. In andere cao-onderhandelingen ligt de FNV-wens om tijdig te kunnen stoppen met zwaar werk nog op tafel.
Ook vandaag hebben verschillende pensioenfondsen voorlopige cijfers over de dekkingsgraad per 31 december van het afgelopen jaar bekend gemaakt. Zoals het er nu naar uitziet hoeven geen van de grote pensioenfondsen te korten. Daarmee lijken kortingen op de pensioenen of pensioenopbouw van miljoenen werkenden en gepensioneerden van de baan. Op basis van de oude regels zouden grote fondsen (ABP, PFZW, PME, PMT) tussen de 10 en 15 procent hebben moeten korten. Dankzij het gesloten pensioenakkoord zijn de regels versoepeld.
Elzinga: ‘Nu korten, in een jaar dat bedrijven met miljarden overeind zijn gehouden, was ook absoluut niet uit te leggen geweest. Sterker: door jarenlange indexatieachterstand bij de pensioenen, zijn pensioenen al meer dan tien jaar niet meegestegen met de prijzen en is de koopkracht van veel pensioenen al ernstig uitgehold. Mensen hebben behoefte aan een koopkrachtreparatie, niet aan een extra korting.’
In de eind vorig jaar openbaargemaakte concept-overgangsregeling (tot 2026) zijn ook de regels om te mogen indexeren versoepeld. Pensioenfondsen mogen de komende jaren indexeren bij een dekkingsgraad boven 105%. Nu mogen de meeste fondsen pas volledig indexeren bij een dekkingsgraad van rond de 120 – 125%. Elzinga: ‘De versoepelde overgangsregels zijn er op ons nadrukkelijke verzoek gekomen. In het nieuwe stelsel, na 2026, speelt de dekkingsgraad immers geen rol en mag rendement direct worden uitgekeerd. Onze aanbeveling was: kijk nu alvast zoveel mogelijk volgens de regels van het nieuwe contract en dat is gebeurd. Maar helaas bieden de versoepelde regels voor velen voorlopig nog steeds geen zicht op indexatie, terwijl het water menigeen tot de lippen staat. Daarom moet het AOW-bedrag fors omhoog. Daarmee kan de koopkracht van gepensioneerden over de hele linie snel gerepareerd worden.’