FNV, CNV en VCP zijn niet te spreken over het voornemen van het kabinet een deel van de Europese code over sociale zekerheid op te zeggen. Het kabinet wil de code opzeggen die over de minimumduur van een WW-uitkering gaat. Nu de Nederlandse werkloosheidswet niet langer voldoet aan deze norm (21 weken uitkering bij werkloosheid) wil het kabinet van de code af.
De vakbonden zijn niet geraadpleegd hierover en hebben vandaag een brief gestuurd aan de Tweede Kamer om alsnog hun visie duidelijk te maken. De Tweede Kamerleden stellen hierover vandaag schriftelijk vragen aan het kabinet.
FNV-vicevoorzitter Kitty Jong: ‘Ons land zit met een minimum WW-duur van drie maanden onder het beschavingsniveau dat in Europa is vastgesteld, omdat het te duur zou zijn. Juist in deze coronatijd moeten mensen kunnen terugvallen op een fatsoenlijke WW-uitkering, anders dreigt meer armoede. We zijn als een van de rijkere landen moreel verplicht een goede sociale zekerheid te hebben.’
FNV-vicevoorzitter Tuur Elzinga: ‘Onze internationale rechtsorde bestaat bij de gratie van internationale verdragen. Deze verdragen zijn er niet voor niets. Je moet wel hele goede redenen hebben om deze afspraken eenzijdig op te zeggen. Ik zie hier geen goede redenen voor. Als andere landen hieraan wél kunnen voldoen, waarom zouden wij dat dan niet kunnen?’
De drie bonden vinden dat het kabinet de code niet moet opzeggen, maar de code als minimum moet blijven accepteren en in de praktijk moet brengen.
CNV-voorzitter Piet Fortuin: ‘De Raad van State vond bij vorige gelegenheden dat Europese sociale zekerheidsafspraken gerespecteerd moeten worden, en dat alleen om heel bijzondere redenen daarvan kan worden afgeweken. Die redenen zijn er nu niet.’
VCP-voorzitter Nic van Holstein: ‘De Europese code brengt verplichtingen met zich mee. In een rechtsstaat kan ook de overheid verplichtingen niet zomaar terzijde schuiven. Die les zou de politiek toch geleerd moeten hebben.’
De verwachting is, dat het wetsvoorstel van het kabinet niet vóór het verkiezingsreces in de Tweede Kamer in stemming komt; het kabinet geeft aan dat zij verwacht dat toekomstige kabinetten er niet anders over denken. Er is geen complete stelselwijziging nodig om de norm in lijn te krijgen met de Europese minimumnormen. De Europese code bestaat uit minimumafspraken over tal van onderwerpen op het terrein van sociale zekerheid, waar landen zelf extra afspraken over kunnen maken.
Zie hier de brief van de drie bonden aan het kabinet