FNV, CNV, VNO-NCW en MKB-Nederland pleiten om het investeringsbudget aangaande internationale handel en ontwikkelingssamenwerking niet te korten. Bijna 2,5 miljoen Nederlandse banen zijn afhankelijk van handel met het buitenland.
Werkenden in productielanden zijn extra kwetsbaar in deze tijden van crisis, terwijl de Nederlandse handel afhankelijk is van deze toeleveringsketens. Gezamenlijk roepen de vier partijen minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking Sigrid Kaag en minister Stef Blok van Buitenlandse Zaken op om vooral geen bezuinigingen door te voeren.
Het is cruciaal voor de Nederlandse economie om met voldoende middelen partnerlanden te ondersteunen in duurzame ontwikkelingen. Daarom moet het huidige budget voor ontwikkelingssamenwerking op peil worden gehouden. Han Busker, voorzitter van de FNV: ‘We lopen het risico op een groot verlies aan banen als we hier geen blijvende investeringen doen. Minister Kaag schreef in een analyse dat circa 27.000 Nederlandse bedrijven die buiten de EU actief zijn, hard geraakt zullen worden. Dat maakt dat wij deze oproep doen.’
Voorzitter van CNV Internationaal Anneke Westerlaken vult aan: ‘Om ervoor te zorgen dat productie op een duurzame manier wordt voortgezet, is het belangrijk om samen te werken aan oplossingen vanuit solidariteit en via sociale dialoog. Als er maatregelen moeten worden genomen, wees dan ook bewust welke consequenties dit heeft voor de keten.’
Het op korte termijn eenmalig vrijmaken van extra middelen uit algemene fondsen voor de acute bestrijding van de coronacrisis is van belang, maar uiteindelijk ondergeschikt aan een duurzame, serieuze inzet op ontwikkelingssamenwerking op de lange termijn. Die structurele inzet blijft de komende jaren voor internationaal economisch herstel hard nodig. Hans de Boer, voorzitter VNO-NCW: ‘Wij roepen u op niet voor te sorteren op de begroting van 2022-2025 en ook komende jaren niet te bezuinigen op internationaal sociaaleconomisch herstel via ontwikkelingssamenwerking.’
Het tweede punt naast het niet korten op de structurele begroting is het bieden van sociaaleconomisch perspectief met ontwikkelingssamenwerking. Jacco Vonhof, voorzitter MKB-Nederland: ‘De circa 27 duizend Nederlandse bedrijven die buiten de EU actief zijn, worden harder geraakt, omdat hun lokale partners (vaak MKB) op minder eigen buffers of overheidsondersteuning kunnen rekenen en grote valutarisico’s lopen.’
Het Nederlandse maatschappelijk middenveld en het Nederlandse bedrijfsleven hebben een groot, internationaal netwerk met regionale en lokale partnerorganisaties die ter plekke de juiste sociaaleconomische noodmaatregelen kunnen bepleiten. Daarmee dragen zij bij aan economisch herstel en duurzame ontwikkeling. Dat zijn zaken die bijdragen aan de continuïteit van toeleveringsketens waar veel Nederlandse bedrijven en dus banen van afhankelijk zijn.
Ook de inzet op internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen (IMVO) draagt bij aan robuuste toeleveringsketens en meer economisch incasseringsvermogen in tijden van crisis. Want het zijn juist de maatschappelijke organisaties en bedrijven met hun lokale netwerk die hierin een bepleitende, gidsende rol spelen. Het op peil houden van het budget voor ontwikkelingssamenwerking en nadruk leggen op het bieden van sociaaleconomisch perspectief blijft de komende jaren dus van essentieel belang ook voor het behoud van Nederlandse banen.