De FNV heeft het arbeidsvoorwaardenbeleid 2020 aangescherpt vanwege de coronacrisis. De vakbond zal niet accepteren dat de crisis de onzekerheid onder werknemers en de ongelijkheid in de samenleving vergroot, zoals dat is gebeurd in vorige crises. De FNV wil deze crisis juist aangrijpen om steviger in te zetten op meer zekerheid en het eerlijker verdelen van de welvaart.
Juist nu het in veel bedrijven minder gaat, gaat de FNV voor afspraken die perspectief geven op meer vaste banen en de verschillen tussen de hoogst - en laagst betaalden verkleinen. Bij bedrijven waar het goed gaat of die zelfs flink profiteren van de crisis, blijft de looneis 5% en een minimumuurloon van 14 euro. Voor werknemers die vitale beroepen uitoefenen wil de FNV een structurele werkbonus van 200 euro bruto per maand afspreken. Zo krijgen mensen in de vele ondergewaardeerde beroepen, waar in de coronacrisis flink voor is geapplaudisseerd, ook de financiële waardering die ze verdienen.
Zakaria Boufangacha, coördinator arbeidsvoorwaardenbeleid FNV: ‘We moeten nu lessen trekken uit de crisis en tot een eerlijkere arbeidsmarkt komen waarin zekerheid en waardering de norm zijn. We zien nu al dat met name jongeren met een flexbaan en zelfstandigen massaal hun werk hebben verloren. Er is amper in deze groepen geïnvesteerd om wendbaar te zijn. Ook deze crisis wordt weer door bedrijven aangegrepen om massaal afscheid te nemen van flexkrachten en de arbeidsvoorwaarden van mensen in vaste dienst te verslechteren. Als het goed gaat profiteren vooral de aandeelhouders, directies en het hoger management hiervan. Maar werknemers moeten ook dan knokken voor iedere vaste baan en iedere cent loonsverhoging. Dat moet nu echt anders! Herstel bespoedig je niet door werkenden de rekening te laten betalen, om vervolgens te constateren dat inkomens van grote groepen werknemers fors zijn achtergebleven en de flexibilisering onder vooral jongeren is doorgeslagen. In de komende cao-onderhandelingen gaan we dan ook inzetten op afspraken die bijdragen aan meer perspectief op zekerheid en een eerlijk inkomen.’
Veel mensen in vitale beroepen waar de samenleving nu de waarde van ziet, krijgen niet de waardering die bij het vak hoort. Voor onder andere mensen die werken in supermarkten en distributiecentra, de zorg, het onderwijs en de pakkettensector wil de FNV er structureel 200 euro per maand bij. Boufangacha: ‘Het besef in de samenleving, dat de beroepen waar we op hebben gesteund tijdens de lockdown onmisbaar zijn, is groot. Mensen in de zorg en ziekenhuizen, mensen die alles schoonhouden en ontsmetten, mensen die zorgen dat er elke dag eten in de schappen liggen, zij verdienen méér dan een applaus. Ze zijn trots op hun werk en trots dat ze zoveel betekenen voor de samenleving, maar de beloning staat absoluut niet in verhouding tot het cruciale werk dat zij verrichten. Een structurele werkbonus van 200 euro per maand voor de vitale beroepen is een belangrijke stap naar echte waardering en zorgt ervoor dat de werknemers onder of op het gemiddeld loon er relatief meer bij krijgen.’
In sectoren waar het minder goed gaat, zal de looneis worden aangepast in overleg met de leden en meer ingezet worden op afspraken die de klappen van de crisis op een sociale manier opvangen. Zekerheid is daar een belangrijk thema, bijvoorbeeld het in dienst nemen van mensen op basis van een vast contract als het economisch weer beter gaat. Verkorten van de arbeidsduur, eerder stoppen met werken en het herverdelen van het werk tussen generaties dragen bij om het verlies van werkgelegenheid zo sociaal mogelijk op te vangen. Vooral voor jongeren, waarvan velen hun werk al zijn kwijtgeraakt, kan dit een oplossing zijn om meer perspectief op werk te krijgen. Ook afspraken om de werkdruk te verlagen en overwerk te beperken, zodat meer mensen aan het werk blijven, zijn thema’s die de FNV op de cao-tafel legt. Als er blijvend of voor een langere periode werk verdwijnt, gaat de FNV voor scholing, die arbeidsmobiliteit tussen de sectoren met tekorten en overschotten bevordert.
Boufangacha: ‘Na de vorige crisis mochten mensen die werden ontslagen terugkomen op basis van met name slechte flexbaantjes van vaak te weinig uren. Dat mag nu niet gebeuren. De arbeidsmarkt moet zekerder worden en kwaliteit van werk moet leidend zijn, in lijn met de precorona-adviezen van de commissie Borstlap en de Wetenschappelijke Raad van het Regeringsbeleid. De FNV wil niet wachten op de politiek om de arbeidsmarkt eerlijker te maken, maar wil daar nu met werkgevers aan de cao-tafel mee aan de slag gaan. En daar waar we voor grote uitdagingen staan omdat er werkgelegenheid verdwijnt, moeten we ervoor zorgen dat we het werk herverdelen en de oudere collega’s eerder kunnen laten stoppen met werken’.
Boufangacha: ‘Het is belangrijk dat mensen koopkracht houden, anders wordt de recessie alleen maar dieper. Dat geldt al helemaal voor mensen die het in normale tijden al niet zo breed hadden. We moeten voorkomen dat grote groepen mensen in armoede vervallen. De eerste signalen dat dit dreigt te gebeuren zijn er al. Loonoffers, waar werkgevers nu voor lijken te pleiten, daar voelen wij weinig voor. Als er al een offer gevraagd moet worden, dan vinden wij dat de sterkste schouders de lasten moeten dragen. Belangrijk is dat mensen perspectief houden en dat we uiteindelijk als land socialer uit de crisis komen.’