Er zijn in allerijl regelingen opgetuigd om de financiële gevolgen van de coronacrisis voor werkenden en werkgevers te beperken. Maar een regeling voor duizenden studenten is er nog niet. Minister Koolmees zei dinsdag toe oplossingen te willen zoeken, maar de vraag is wanneer en of studenten daar wat aan hebben.
Alex Tess Rutten, voorzitter Landelijke Studentenvakbond: ‘Het is bemoedigend te horen dat de minister bereid is te kijken naar de belangen van studenten. De pijn zit hem nog in de uitwerking. Die zullen we op de voet blijven volgen.’
Als gevolg van de coronacrisis raakten ook veel studenten hun (bij)baan kwijt. Omdat studenten vaak in onzekere contracten werken is de kaalslag groot. Studenten en andere flexwerkers worden in veel gevallen zonder pardon aan de kant gezet. Zo wordt er vaak niet meer ingeroosterd, of wordt zelfs verwezen naar vakantie-uren of de mogelijkheid om extra te gaan lenen.
Veelal wordt studenten onterecht voorgehouden dat ze nergens aanspraak op kunnen maken omdat ze een flexibele aanstelling hebben, hoewel de noodmaatregel óók voor hen mag worden toegepast. Toch zijn studenten vaak terughoudend om zich uit te spreken over hun recht op compensatie, omdat ze ‘na corona’ graag weer aan de slag willen, of solidair zijn met de onderneming waar ze voor werken.
Meer lenen om het gat in inkomsten op te vangen was eerder het advies van de minister van Onderwijs. Dit leidde tot grote onrust onder studenten. Zij hebben vaak al substantiële leningen en werken naast hun studie juist om hun studieschuld te beperken of helemaal te vermijden.
Minister Koolmees erkent dat grote groepen flexwerkers tussen wal en schip dreigen te vallen maar een goede oplossing is er nog niet. Bas van Weegberg, voorzitter FNV Young & United: ‘Op dit moment zien we dat werkgevers te vrijblijvend met de regelingen omgaan; alleen als het ze zelf uitkomt wordt er NOW aangevraagd.
Als er een aanvullende regeling komt, moet die ook goed toegankelijk zijn. Dat wil zeggen zonder vermogenstoets en, voor studenten heel belangrijk, zonder minimum aantal uren. Werkende studenten zijn ook gewoon medewerkers, zij het dat ze vaak minder financiële buffer hebben dan de meeste mensen. Kwetsbare groepen als flexwerkers en studenten zouden dan ook recht moeten krijgen op dezelfde regelingen als vaste krachten.’
Sinds de invoering van het leenstelsel in 2015 zijn studenten in hoge mate financieel afhankelijk geworden van extra inkomsten uit (bij)banen. Naar schatting werken studenten gemiddeld 17 uur per week, maar ook uitschieters van 24 of zelfs 32 uur naast de studie komen veel voor. Om de structurele afhankelijkheid van de bijbaan te verminderen voeren de LSVB en FNV Young & United sinds het najaar 2019 gezamenlijk actie voor afschaffing van het leenstelsel en herinvoering van een basisbeurs onder de noemer NietMijnSchuld.