FNV vindt de plannen voor de uitbreiding van de mogelijkheden om werknemers te testen op alcohol en drugs onaanvaardbaar, omdat grondrechten worden aangetast. Bovendien vindt de vakbond dat de onderbouwing voor de nieuwe plannen van staatssecretaris Van Ark van Sociale Zaken en Werkgelegenheid volledig ontbreekt.
FNV-vicevoorzitter Kitty Jong in een eerste reactie: ‘De plannen zijn gebaseerd op borrelpraat. Hier wordt een beeld geschetst alsof werkend Nederland elke ochtend half beschonken en onder invloed van drugs naar het werk gaat. Er zijn geen cijfers en gegevens die duidelijk maken dat er sprake is van een reëel probleem.’
‘Deze plannen verhogen de veiligheid helemaal niet. De staatssecretaris kan beter maatregelen nemen die met feiten zijn onderbouwd op het gebied van preventie, veiligheid en beroepsziekten, dan reageren op de onderbuik van werkgevers’, aldus Jong.
In de brief die Van Ark donderdag aan de Tweede Kamer stuurde, schrijft de staatssecretaris dat het huidige beleid al “een aantal mogelijkheden biedt om actie te ondernemen tegen medewerkers die onder invloed van alcohol of drugs op de werkvloer verschijnen”.
Jong: ‘Waarom wordt van die mogelijkheden dan geen gebruik gemaakt? Werkgevers in Nederland doen veel te weinig aan preventief beleid. Zij zijn er verantwoordelijk voor dat gevaarlijk werk alleen gedaan wordt door mensen die dat ook aan kunnen.’
‘Zomaar een test invoeren, tast basale grondrechten aan. Zo’n test is een grove inbreuk op de privacy en op de lichamelijke integriteit. Wil je zoiets rechtvaardigen, dan moet dat heel goed en zorgvuldig onderbouwd worden en dat is nu niet het geval’, aldus Jong.
FNV roept de staatssecretaris op de brief in te trekken en zo snel mogelijk met de sociale partners om de tafel te gaan.