Ruud van den Bergh, gepensioneerd bestuurder FNV
Ruud van den Bergh (rechts) en Joop van Oord tijdens een veiligheidstraining in India
‘Ik had geen idee of we iets zouden kunnen betekenen voor de shipbreakers. Maar tijdens ons eerste bezoek aan een scheepswerf in India ontstond het plan om kaderleden van de bond op te leiden tot veiligheidstrainer. We wilden werknemers bewust maken van veilig en gezond werken en vooral ook met hun werkgevers in gesprek gaan. Maar je hebt natuurlijk geen idee hoe dat gaat landen, zeker in een omgeving waar de arbeidsverhoudingen zo anders zijn dan bij ons. Ik dacht: laten we klein beginnen, we zien wel waar het schip strandt.’
‘Dat zat eigenlijk binnen onze eigen organisatie, de FNV. Mijn collega’s snapten niet altijd wat ik daar in India aan het doen was. Ze dachten dat ik op vakantie was! Dat internationale werk werd door sommigen gezien als hobby of tijdverspilling, terwijl ik het juist ontzettend belangrijk vond. Daarnaast was er de angst dat het allemaal veel geld zou kosten, of dat we ons te veel zouden binden aan complexe internationale processen. Dus ik moest niet alleen in India, maar ook hier in Nederland weerstand overwinnen.’
‘Een ontmoeting met een secretaris van een werkgeversvereniging tijdens een van onze latere bezoeken in India. We hadden een lang gesprek. Op een gegeven moment draaide hij zich om naar Rane, onze contactpersoon van de lokale vakbond daar, en zei: “Maar dan moet jij ons helpen.” Dat was het moment waarop het kwartje viel en de werkgevers echt openstonden om samen te werken met de vakbonden om de veiligheid en arbeidsomstandigheden te verbeteren. Dat gaf ons het gevoel dat we echt iets hadden bereikt.’
‘Mijn bijdrage zat vooral in het opzetten van de cursussen en trainingen. We wilden de mensen daar niet alleen voorlichten, maar ze ook de tools geven om zelf veiliger te werken en die kennis door te geven. Het idee van train de trainer was daarbij cruciaal. We hebben ervoor gezorgd dat de kennis werd overgedragen aan lokale kaderleden, zodat zij op hun beurt hun collega’s konden trainen. De FNV heeft hierin een belangrijke rol gespeeld door ons de middelen te geven om dit te doen. Namens de FNV kon ik zowel in Europa als binnen IndustriALL de belangen van de Shipbreaking Bond ondersteunen. Dat we daar ter plekke konden zijn, dat we die dialoog op gang brachten tussen werkgevers en werknemers en de scheepsslopers en de EU, was essentieel.’
‘De Hongkong-conventie heeft echt een enorme impact gehad op de scheepssloopindustrie. Door de internationale druk is er veel meer aandacht gekomen voor de veiligheid van werknemers en het milieu. Het is natuurlijk een proces van lange adem, maar je ziet dat steeds meer werven aan de eisen van de conventie voldoen, wat betekent dat schepen op een veel veiliger en milieuvriendelijker manier worden afgebroken. Er zijn nu minder doden en gewonden en er worden stappen gezet om vast personeel in dienst te nemen in plaats van dagloners. Het heeft echt de levens van veel mensen herlpen verbeteren.’
‘Een heel bijzonder moment was toen we terugkwamen in India en hartelijk werden ontvangen. Een van de mannen die onze cursus had gevolgd, had twee collega’s uit een brandend schip gered door een deken over ze heen te gooien. Dat was precies zoals hij in de cursus had geleerd, en dat schreef hij daar ook helemaal aan toe. Dat was een echt kippenvelmoment. Het liet zien hoe groot de impact van onze training was.’