De Ghanese vakbondsleider Andy Tagoe bezocht eind mei Nederland om deel te nemen aan het symposium ter gelegenheid van vijftien jaar Stop Child Labour, een coalitie waaraan onder meer Mondiaal FNV meedoet. Daar sprak hij over zijn ‘Torkor-model’, een eigen aanpak van kinderarbeid.
Vlak voor het symposium heeft Andy, gestoken in een fraai gekleurd shirt, even tijd om dat model toe te lichten. Andy is vice-secretaris-generaal van de GAWU, de vakbond van landarbeiders in Ghana, die door Mondiaal FNV wordt gesteund. Gevraagd of zijn GAWU meer een vechter, een onderhandelaar of een belangenbehartiger is, zegt hij: ‘Alle drie, maar het accent ligt op vechten. Dat is nu eenmaal nodig zolang niet iedereen vrij en gelijk is. Omdat onze tegenstander is als Mike Tyson (een voormalig bokskampioen, red.), moeten we slim zijn. We proberen daarom te leren hoe je een bedrijf runt en hoe de markt in elkaar steekt. Werkgevers nemen je serieus als je goed geïnformeerd bent. Dat de FNV ons steunt, helpt trouwens ook. Onze slogan is: think local, act global.’
De GAWU heeft veel met kinderarbeid te maken. Kinderarbeid, zelfs moderne slavernij, komt onder meer voor op het Voltameer, het grootste stuwmeer ter wereld. Kinderen worden daar al vanaf hun vijfde bij de visvangst ingezet. Behalve tot psychische schade leidt dat tot verwondingen en verdrinkingen.
‘Tien jaar geleden organiseerden we een bijeenkomst met ouders’, vertelt Andy. ‘We vroegen hen: wat willen jullie dat jullie kinderen later worden? Ze noemden beroepen als advocaat en arts. Ik wees naar het strand, waar hun kinderen rondliepen, en zei: dat gaat op deze manier niet lukken. Dat was het begin van het Torkor-model.’
De essentie van het model, genoemd naar het plaatsje waar het ontstond, is dat er een kinderarbeidvrije zone wordt gecreëerd. Het idee daarvoor is oorspronkelijk afkomstig van de Indiase MV Foundation. Daar is een reeks van maatregelen voor nodig, aldus Andy. Zo moet er goed onderwijs zijn en moeten kinderen worden gestimuleerd om dat te volgen. Achterstanden op onderwijsgebied moeten ingelopen kunnen worden. De vissersgezinnen moeten georganiseerd zijn. En ze hebben geld nodig om boeken en schooluniformen voor hun kinderen te kunnen kopen.
GAWU hielp onder meer tweedekansonderwijs op te zetten. Kinderen begonnen daarin soms vijf groepen onder hun leeftijd, maar slaagden er ook in om in twee jaar vier groepen verder te komen. Er werd ook geschaafd aan de mentaliteit van de kinderen, die vaak nogal ruw met elkaar omgingen. Tien jaar later zijn er opmerkelijke successen te melden. Andy noemt het voorbeeld van Freeman, destijds een puber, die naar de universiteit ging en nu ICT’er is. Freeman ging terug naar Torkor om zijn jongere broer aan te sporen hetzelfde te doen. Die is nu scheikundige. Een jonge vrouw die destijds in een kaolienmijn werkte, is nu modeontwerpster. De GAWU, financieel gesteund door Mondiaal FNV, de Postcodeloterij en bemiddelde Ghanezen, hielp haar aan een naaimachine. ‘Zij trouwde later met de zoon van de dorpsoudste’, aldus Andy. ‘En weet je hoe ze hun kind noemden? Andy. Nou, daar heb ik wel een paar traantjes om gelaten.’
Tekst: Menno Bosma
Foto's: Stop Kinderarbeid/Marc Roos