“Ja”, is het volmondige antwoord van onderzoekster Zjos Vlaminck op de vraag of informeel werkenden hun arbeidsomstandigheden kunnen verbeteren via een sociale dialoog. De voorzitter van de Indiase vrouwenvakbond SEWA Jyoti Macwan weet het ook zeker. In haar land vallen informeel werkenden al sinds 2008 onder de Sociale Zekerheidswet.
Mondiaal FNV liet 8 casestudies analyseren en vergelijken om, ondanks de diversiteit, overkoepelende inzichten te krijgen van succesvolle sociale dialoogpraktijken in de informele economie. Zjos Vlaminck stuurde dit onderzoek mede aan. In het rapport ‘Social dialogue and informal workers: What we can learn from 8 success cases’ wordt ingezoomd op informeel werkenden in de formele sector (in Colombia, Indonesië, Rwanda en Nepal) en de informele sector (in Oeganda, Ghana en India) en op huishoudelijke hulpen in Peru.
Bekijk ook het interview met Zjos Vlaminck en Jyoti Macwan
Op basis van de acht succesverhalen kan Vlaminck wel beamen dat een sociale dialoog in de informele sector mogelijk is maar niet op de geïnstitutionaliseerde manier zoals we die kennen in de formele sector. In de informele economie is sociale dialoog niet mooi afgebakend in tijd en ruimte, maar een langdurig proces van onderhandelingen op verschillende niveaus met verschillende sociale partners.
Er zijn ook barrières binnen de vakbondsstructuren. “We zien dat de vakbonden nog steeds moeite hebben om thema’s van informeel werkenden, die vaak ook lid zijn van hen, op de agenda van een sociale dialoog te krijgen. Het zijn vooral de thema’s van werknemers in loondienst die besproken worden. Aan de andere kant zien we dat organisaties en speciale vakbonden voor informeel werkenden de steun nodig hebben van formele vakbonden om hun problemen onder de aandacht te krijgen. Ze komen zo sneller in gesprek met ambtenaren.”
Vakbonden staan vaak dubbel in deze rol, ontdekte Vlaminck. “Formele vakbonden aarzelen vaak om informeel werkenden bij hun activiteiten te betrekken. Ook al vergroten ze hun ledental hiermee, sommige vakbonden ontzeggen toch bijvoorbeeld het stemrecht van informeel werkenden in de federatie. Omdat ze vaak geen lidmaatschapsgeld betalen. Werknemers die lid zijn, vinden het dan niet fair als zij evenveel zeggenschap krijgen. Formele vakbonden zijn ook bang om thema’s van informeel werkenden te bespreken, omdat ze denken dat ze het paard van Troje binnen de onderhandelingen halen. Ze zijn bang dat werkgevers dan de situatie van informeel werkenden als standaard gaan nemen. Dus dat de rechten van formele werknemers worden afgekalfd. Het is een tricky, complex, politiek proces.”
Daarom is een mentaliteitsverandering nodig, bepleit de onderzoekster. Iets dat zich bij de onderzochte cases al heeft voltrokken. Wat zijn de belangrijkste voorwaarden voor een succesvolle sociale dialoog in de informele sector? “Het eerste is het doorbreken van stereotypen. Wat we bij het onderzoek in verschillende sectoren hebben gezien, is dat het voor informele werkenden heel belangrijk was dat ze werden gezien als waardevol en gerespecteerd als onderhandelingspartner. Dat betekent een shift in mentaliteit. In India heeft de voormalige minister van Huisvesting in een publieke speech gezegd dat straatverkopers moeten gezien worden als belangrijke spelers in de economie van de Indiase steden. Ze zijn nodig en dragen bij aan de ontwikkeling van het land. Dit soort openbare statements zijn belangrijk om de publieke opinie te beïnvloeden op een positieve manier.”
Als tweede noemt Vlaminck het belang van allianties. “Organisaties van informeel werkenden ontberen onderhandelingskracht. Die krijgen ze door samen te werken met niet alleen formele vakbonden, maar ook maatschappelijke organisaties. In Peru bijvoorbeeld hebben de huishoudelijke hulpen een brede coalitie gesmeed door heel de samenleving heen met zowel vakbonden als feministische groepen als studentenorganisaties en ngo’s. Dit heeft een echte beweging veroorzaakt, met onderhandelingskracht ten aanzien van de overheid. Ze maken ook zichtbaar dat ze elkaar steunen, bijvoorbeeld bij demonstraties en acties.”
“De sociale dialoog”, zegt SEWA-voorzitter Jyoti Macwan, “is de manier om problemen zichtbaar te maken en het werk van de informeel werkende waarde te geven aan de economie.” Macwan weet waarover ze spreekt. Haar vakbond bestaat al sinds 1972 en heeft een hele reeks successen op zijn naam staan. Het grootste is wel de invoering van de Sociale Zekerheidswet voor alle informeel werkenden in India in 2008. Daarmee is hun gezondheidszorg verzekerd, evenals hun pensioen. SEWA telt inmiddels 1,6 miljoen leden die met elkaar 120 soorten werk vertegenwoordigen, zoals landbouwwerkers, dienstverleners, straatverkopers, sigarenrollers, thuiswerkers en kleine onderneemsters.
De eerste sociale dialoog die de bond voerde, was met de overheid over de toestemming voor de oprichting van een coöperatieve bank voor informeel werkenden. “Dat is gelukt, door onze eigen leden opgericht”, zegt Macwan. “Het was de eerste keer dat zij op hun eigen naam een rekening kregen. Dat bracht hen eigenwaarde.”
Meer dialogen volgden, onder andere voor de sigarenrolsters en de maaksters van wierrookstokjes. “De tussenhandelaren die hun producten opkochten, betaalden hen per stuk. De sigarenrolsters kregen bijvoorbeeld 3 roepies voor 1000 stuks. Dat was echt ver onder de armoedegrens. We hebben jaren geleden al de stuksprijs naar 7 roepies onderhandeld en tegenwoordig krijgen ze 11 roepies.”
Een ander succesverhaal is dat van de straatverkopers in India, de eeuwig opgejaagde groep werkenden, die vaak nergens een vaste plek weten te vinden. Ze leden onder veel wettelijke beperkingen, die uiteindelijk vaak te veel macht aan lokale autoriteiten boden, waaronder de politie, en te weinig aan burgers. De Straatverkoperswet die in 2014 van kracht is gegaan, geeft de verkopers een betere positie in de straat. ‘Een van de voorwaarden voor sociale dialoog blijft de collectieve kracht die de verkopers de afgelopen 20 jaar hebben opgebouwd’, zo staat als een van de conclusies in het rapport.
SEWA was een van de strijders voor deze speciale wet. “Sociale dialoog lost niet alle problemen op”, relativeert Macwan. “Sociale dialoog is een proces dat nodig is om het leven van informeel werkenden te veranderen. We gaan in dialoog met politie, opdrachtgevers en de overheid, maar uiteindelijk draait het om de strijd tegen armoede. Daarom is Mondiaal FNV ook zo’n belangrijke partner voor ons. Die steun betekent veel voor al onze leden, omdat we zo de mogelijkheid krijgen hen bij al het vakbondswerk te betrekken. SEWA groeit nog steeds in aantal leden, maar onze focus ligt vooral op resultaat: een beter leven voor de meest kwetsbare groep werkers.”
Tekst: Astrid van Unen
Oktober 2019