Bosje bloemen gekocht op zaterdag? Goede kans dat jouw bloemetje uit Oeganda komt, de twee na grootste bloemenproducent van Afrika. Vandaag is het de Internationale Dag voor Fatsoenlijk Werk. Mondiaal FNV zet zich hier wereldwijd voor in: werk waarmee je een leefbaar loon verdient en met respect voor mensenrechten. Bijvoorbeeld in de Oegandese bloemensector, waar we de jonge bloemenbond helpen het werk beetje bij beetje fatsoenlijker te maken.
Tekst: Andrea Dijkstra
In Oeganda zijn de meeste bloemenbedrijven in Nederlandse handen en tachtig procent van de bloemen wordt geëxporteerd naar Nederland. Werknemers in de sector hebben te maken met verschillende uitdagingen, zoals lage lonen en geen goede gezondheids- en veiligheidssituatie op het werk. De jonge Oegandese vakbond UHISPAWU bouwt nu met hulp van de FNV goede onderhandelingsvaardigheden op om via sociale dialoog met de werkgever het loon te verbeteren en conflicten te vermijden.
“We hebben al heel wat uitdagingen overwonnen”, vertelt Janepher Nassali met een trotse glimlach. De 29-jarige algemeen secretaris van UHISPAWU – met 3.800 leden de grootste bloemenbond van Oeganda – toont hun nette kantoor vol bureaus en dossiermappen, even buiten de Oegandese stad Entebbe. Een paar jaar terug zat de bond er nog heel anders bij.
Vanwege corruptie en mismanagement stemden de leden in 2014 het vorige bestuur weg. Het nieuwgekozen bestuur kwam echter van een koude kermis thuis toen ze hun werkzaamheden wilden starten, herinnert Nassali. “Het dak van ons piepkleine vakbondskantoor bleek ernstig te lekken, het oude bestuur had alle inboedel meegenomen, inclusief een motor voor de bedrijfsbezoeken, we bleken enorme schulden te hebben en het vertrouwen van de leden was compleet weg.”
Het nieuwe bestuur – gevormd door onervaren, jonge maar tegelijk zeer gemotiveerde mensen – liet zich echter niet uit het veld slaan. Daarbij kreeg het hulp van Mondiaal FNV die al met de bond in contact was nadat in Oeganda actief zijnde Nederlandse bloemenbedrijven de buitenlandtak van FNV hadden gevraagd om te bemiddelen tussen hen en de bond. In Oeganda – dat de op twee na grootste bloemenexporteur van Afrika is (na Kenia en Ethiopië) en tachtig procent van al zijn bloemen (met een waarde van 22 miljoen euro per jaar) naar Nederland exporteert, zijn meerdere Nederlandse bloemenbedrijven actief.
“Via een solidariteitsproject zijn we de bond intensief gaan coachen; telefonisch, via Whatsapp maar ook via werkbezoeken en langzamerhand lukte het de vakbond de draad op te pakken, het vertrouwen van de leden te herwinnen en stap voor stap van hun schulden af te komen waarbij een deel werd kwijtgescholden”, vertelt FNV vakbondsbestuurder René Kouwenhoven tijdens een werkbezoek aan de bloemenbond in Oeganda. De FNV-bestuurder coacht de Oegandese vakbondsleden ook regelmatig en in 2016 kwam een deel van het bestuur zelfs een week naar Nederland, waar ze door Kouwenhoven intensief werden getraind in onderhandelingstechnieken en het stellen van prioriteiten.
Daarnaast is er een intensieve uitwisseling tussen kaderleden in Nederland en de kaderleden in de bloemensector in Oeganda. “De ervaringen die de kaderleden uit beide landen met elkaar delen helpt ieder hun werk in eigen land te verbeteren”, legt Kouwenhoven uit.
Ook is vakbond UHISPAWU erin geslaagd om op sommige vlakken de werkomstandigheden in de Oegandese bloemensector, waarin meer dan tienduizend mensen werkzaam zijn van wie 80% vrouw, te verbeteren. “Dankzij de vakbond krijgen we nu ieder jaar verlof, zwangerschapsverlof en een jaarlijkse salarisverhoging”, vertelt de 48-jarige Janifer Namunana die opzichter is in één van de bloemenkassen van het Oegandse bedrijf Ugarose Flowers Ltd.
Zo is de vakbond erin geslaagd om het minimumsalaris voor de sector de afgelopen jaren met zestien procent te verhogen. Voor de alleenstaande moeder van vijf kinderen is de 310.000 Oegandese shilling (72 euro) die ze nu per maand verdient echter nog niet genoeg. “Ik worstel om huur, eten, kleding en schoolgeld voor mijn kinderen te betalen omdat alle prijzen in Oeganda de afgelopen jaren sterk zijn gestegen”, vertelt de Oegandese werkneemster terwijl ze overbodige takken van rozenplanten afknipt in één van de kassen van de rozenkwekerij. “Het loon in de Oegandese bloemensector ligt nog altijd onder het leefbaar inkomen”, bevestigt ook Kouwenhoven, die dit een zorgpunt noemt. “Daarin proberen we de vakbond te trainen en te begeleiden.”
De samenwerking tussen Mondiaal FNV en de Oegandese bloemenbond werpt echter ook zijn vruchten af. “Tijdens cao-onderhandelingen was er op enig moment een behoorlijk conflictueuze situatie”, vertelt Kouwenhoven,” maar als delegatie vanuit Nederland zijn we in gesprek gegaan met de bedrijven in Oeganda, hebben we dat proces vlot weten te trekken en hebben we zo de weg geplaveid voor de lokale vakbond, zonder dat we ons echt met het proces zelf hebben bemoeid”, vertelt de FNV-bestuurder die uitlegt dat een belangrijk doel van het solidariteitsproject is om lokale bedrijven te laten inzien dat een goede samenwerking met de lokale vakbond cruciaal is.
Ook de Oegandese bloemenbond is erg blij met de samenwerking. “We hebben veel van René geleerd, vooral op het gebied van onderhandelen”, vertelt Nassali. “Hij heeft ons bijvoorbeeld geleerd dat bij conflicten tussen werknemers en werkgevers of bij stakingen we altijd eerst in dialoog moeten gaan met de werkgever alvorens we eventueel iets aan de autoriteiten melden”, vertelt de Oegandese algemeen secretaris die het ook erg waardevol vindt dat Kouwenhoven zelf van een vakbond is.
Genoeg zaken moeten echter nog worden verbeterd in Oegandese bloemenindustrie. Zo is er nog regelmatig sprake van seksuele intimidatie op de werkvloer en is er verdere verbetering nodig op het gebied van veiligheid en gezondheid op de werkvloer. “In Oeganda werken ze meer met bestrijdingsmiddelen”, vertelt Kouwenhoven. “Verschillende bedrijven letten daarbij al goed op het duidelijk informeren van hun werknemers hoe lang ze na het sproeien de kassen niet mogen betreden, maar bij verschillende bedrijven is hier absoluut nog ruimte voor verbetering”, vertelt de Nederlandse vakbondsbestuurder.
De Oegandese vakbondsbestuurder Nassali hoopt daarnaast dat de vakbond meer leden krijgt. “Want hoe meer werknemers zich bij ons aansluiten, hoe sterker onze onderhandelingspositie wordt en des te meer zullen werkgevers ons gaan respecteren.”
De FNV heeft een nieuwe website. Hierdoor kan het zijn dat links op deze pagina niet werken of afbeeldingen niet zichtbaar zijn. Excuses voor het ongemak.