Grote Europese kledingmerken doen weinig voor leefbaar loon in Azië
Slechts 4 van de 50 onderzochte Europese kledingmerken zetten stappen om een leefbaar loon voor de werknemers in Azië te realiseren.
Dit blijkt uit het jongste rapport ‘Tailored Wages’ van de Clean Clothes Campaign (CCC) in samenwerking met de Asia Floor Wage, een alliantie van vakbonden en arbeidsrechten-activisten. “Hoewel een leefbaar loon een mensenrecht is, betaalt op dit moment geen enkel van de grote Europese bedrijven een leefbaar loon”, zegt onderzoekster Anna McMullen.
In hun gedragscode hebben alle bedrijven opgenomen dat de lonen voldoende zouden moeten zijn om de basisbehoeften van een werknemer te betalen. Maar alleen Inditex (Zara), Marks & Spencers, Switcher en Tchibo bleken duidelijke stappen te hebben ondernomen richting dit streven, en zelfs zij hebben nog een lange weg te gaan voordat de werknemers in de kledingindustrie een leefbaar loon krijgen.
Uit het onderzoek blijkt dat bijna alle bedrijven weliswaar erkennen dat een leefbaar loon belangrijk is en het daarom ook hebben opgenomen in hun gedragscode en hun MVO-brochures, maar verder dan dat gaat het bij de meesten niet. “Met miljoenen vrouwen en mannen wereldwijd die afhankelijk zijn van de kledingindustrie, is het van vitaal belang dat deze woorden zo snel mogelijk worden omgezet in acties”, aldus McMullen.
Dieptepunt
In Cambodja verdienen werknemers in de kledingindustrie 100 dollar per maand, dit is 25 procent van een leefbaar loon. De roep om een minimumloon van 160 dollar bereikte in januari een dieptepunt toen veiligheidstroepen demonstranten aanvielen, ten minste 4 van hen doodden en 23 arresteerden. Op dit moment zitten er nog 21 in de gevangenis.
Marks & Spencer zet z’n beste beentje voor door in 2015 te garanderen dat werknemers in de minst ontwikkelde landen een leefbaar loon ontvangen, in het bijzonder Sri Lanka, Bangladesh en India. Trainingsprogramma’s zijn inmiddels geïmplementeerd, maar in bijna geen enkele van deze zijn vakbonden betrokken. Inkopers hebben het bedrijf aangemoedigd prioriteit te geven aan het ethisch zakendoen.
Mango
Het kledingmerk Mango behaalde een van de laagste scores in het onderzoek, omdat hun gedragscode niet verwijst naar afspraken over leefbaar loon. In de code wordt gesteld dat minimumlonen worden gerelateerd aan het wettelijk minimum, niet aan het aanbevolen loonniveau. Sommige werknemers zijn lid van een vakbond, maar dit wordt slechts willekeurig toegestaan. Betrokkenheid bij de Spaanse vakbond CCOO wordt beschouwd als een goed teken, maar 42 procent van de toeleveranciers zit in China.
CCC en de Asia Floor Wage alliantie roepen alle bedrijven en regeringen dan ook op actie te ondernemen om een leefbaar loon aan alle werknemers te garanderen.
Bronnen:
