Pakhi Begum (35) werkt net als miljoenen andere Bengaalse vrouwen in de textielindustrie en maakt de kleding die jij en ik dragen. Wij willen goedkope t-shirts en zij betaalt daarvoor een hoge prijs: “Ik verdien niet genoeg geld om mijn zoon te zien opgroeien.” Bekijk de video.
Pakhi (rechts) bekijkt een spijkerbroek
Ik werk in een textielfabriek in Bangladesh. Ik bedien een naaimachine en maak kleding voor veel merken waaronder Zara, H&M, Esprit, Pull & Bear en Etam.
Haha, dat zou best kunnen!
Ik sta om 5 uur op. Ik ga dan direct naar de keuken om ontbijt en lunch te maken. Dit moet ’s ochtends vroeg, want ik deel de keuken met drie families en dit is het moment waarop ik de keuken kan gebruiken. Daarna ga ik weer naar bed en om 7:30 vertrek ik naar mijn werk.
Om 8 uur start de fabriek. Afhankelijk van hoeveel werk er te doen is, duurt een werkdag tussen de 8 en 12 uur. In de ochtend hebben we een kwartier theepauze en vanaf kwart voor één een uur om te lunchen. Aan het eind van de dag ga ik naar huis. Dan kook ik, eet ik met mijn man – hij is dagloner in de bouw – en ga ik vroeg naar bed, want de volgende dag moet ik weer vroeg op.
Dat is niet echt een vraag waar ik me mee bezighoud. Ik ben blij dat ik werk heb, en ook nog eens in een redelijk goede fabriek. Het management is hier behoorlijk netjes: de werkvloer is veilig en vrouwen worden niet lastiggevallen. In veel andere textielfabrieken in Bangladesh is dat wel anders. Het lage loon is wel een probleem: ik verdien te weinig om goed van te kunnen leven.
De lonen stijgen niet of nauwelijks, terwijl het leven steeds duurder wordt. De huren stijgen jaarlijks met vijf tot zeven procent en de rijst is de afgelopen drie maanden twee keer zo duur geworden. Ik heb soms niet genoeg geld om naar mijn zoon te sturen.
Ja, hij is 11 jaar oud. Hij woont bij mijn moeder in ons geboortedorp, en daar gaat hij ook naar school. Hij kan niet bij ons wonen, dat is te duur. Dit vind ik het zwaarst aan het werken in een fabriek: dat ik niet genoeg verdien om mijn zoon te zien opgroeien.
Ik zie hem twee keer per jaar tijdens de nationale feestdagen. En ongeveer een keer per jaar komt mijn moeder met hem naar de stad, dan zie ik hem ook. In mijn gedachten is hij altijd bij mij, ik denk altijd aan hem.
Dus je verdient te weinig geld om je zoon thuis te kunnen opvoeden, zodat wij in Nederland zo weinig mogelijk hoeven te betalen voor onze t-shirts…
Ik ben actief in de vakbond en we proberen de lonen omhoog te krijgen. We hebben al veel bereikt wat betreft veiligheid en voorzieningen zoals de kantine, maar de lonen laten verhogen lukt niet. De grote merken willen gewoon niet meer betalen, zegt het management. Sommige merken betalen de laatste jaren zelfs minder.
Maar ik heb geen andere keuze dan hier te werken. Ik doe dit werk nu al dertien jaar – waarvan tien jaar in deze fabriek – dus ik kom niet zo makkelijk ergens anders aan de bak. Ik ben 35 jaar oud en nu moet ik het geld verdienen, want als je 40 of 45 bent, word je ontslagen. Je werkt dan niet meer snel genoeg en moet plaatsmaken voor jongere vrouwen.
Nou nee, ik moet dan nog wel werken, maar dat kan niet meer in een fabriek. Ik wil dan in mijn geboortedorp een kruidenierswinkel openen, maar dan moet ik wel genoeg gespaard hebben. En dat lukt dus niet altijd: vaak is er niet genoeg geld over en als een van ons ziek is, moeten we geld uit onze spaarpot halen.
Wat moeten wij Nederlandse consumenten doen? Als we geen spotgoedkope kleding meer kopen, verlies jij je werk.
Ik heb niet zo veel tegen die merken, ik wil gewoon dat ze meer betalen zodat wij een eerlijk en leefbaar loon krijgen. Wij willen een leven kunnen opbouwen, voor ons en voor onze kinderen.
-Stel dan kritische vragen aan de merken waarvan jij kleding koopt. Bijvoorbeeld via social media #hetzitmenietlekker.
-Vraag bij de kassa of je kleding onder goede, veilige omstandigheden en tegen een eerlijk loon is gemaakt.
-Like ons op Facebook, en ontvang elke week informatie én tips in je tijdlijn.
OPROEP! Heb jij nog een vraag aan Pakhi? Laat het aan ons weten en dan stellen we haar jouw vraag. Het antwoord lees je vanzelf in je tijdlijn.
'Het zou zeker mooi zijn als de grote merken meer betalen! Als ze dat allemaal zouden doen, zouden miljoenen vrouwen een beter leven krijgen. Voorlopig maken een aantal grote merken kleine stapjes via het kledingconvenant of iets grotere stapjes door zich aan te sluiten bij Fair Wear. Maar dat is beter dan niks, dus als je kleding van een groot merk wil kopen kies dan een van de merken daar iets aan doen. Zie ook wat ik eerder schreef over grote versus kleine merken.
Wil je zeker weten dat de naaister van jouw kledingstuk een leefbaar loon heeft gekregen kies dan voor een kleiner merk voor wie het betalen van fatsoenlijke salarissen een speerpunt is. Bijvoorbeeld het Nederlandse merk Inti dat prachtige truien en vesten laat breien in Ecuador. Op de site vind je verhalen en gezichten van de makers (www.intikintwear.com). Of natuurlijk het circulaire jeans merk Mud Jeans. Ook op hun site vind je foto’s en verhalen van de fabrieken. En toen ik vorig jaar een Mud Jeans kocht kreeg ik daarbij het mail adres van naaister Fatima in Tunesië zodat ik haar goede feestdagen kon wensen. Geweldig toch?'